In beginsel is een bestuurder van een B.V. niet aansprakelijk voor de schulden van een B.V. Dit kan anders zijn in het geval dat de bestuurder namens de vennootschap een verbintenis aangaat, de vordering van de schuldeiser niet wordt betaald en de vennootschap vervolgens geen verhaal biedt.
Hoge drempel bestuurdersaansprakelijkheid
Echter, het enkel onbetaald laten van een geldvordering is nog niet voldoende om bestuurdersaansprakelijkheid aan te nemen, de bestuurder dient tevens een persoonlijk ernstig verwijt te worden gemaakt. Hierbij dient te worden gedacht aan de situatie dat de bestuurder bij het aangaan van de overeenkomst wist of behoorde te begrijpen dat de B.V. niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden. Voor het aannemen van de aansprakelijkheid van een bestuurder gelden relatief hoge eisen, omdat de rechtspraak wenst te voorkomen dat bestuurders hun handelen in onwenselijke mate door defensieve overwegingen laten bepalen.
Op 2 oktober 2018 heeft het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een zaak waarin de vraag voor lag of de bestuurders van een B.V. aansprakelijk waren op grond van onrechtmatige daad, omdat de bestuurders van de B.V. ervoor zouden hebben gezorgd dat de B.V. geen verhaal zou bieden voor de vordering van de eisende partij. Ondanks de hoge drempel voor bestuurdersaansprakelijkheid heeft het gerechtshof in deze zaak geoordeeld dat de bestuurders aansprakelijk konden worden gehouden.
Terugbetalen licentievergoeding: B.V. biedt geen verhaal
In de zaak bij het gerechtshof hebben twee B.V.’s in het kader van een toekomstige samenwerking -met als doel de exclusieve wederverkoop van producten- een raamovereenkomst gesloten. Na verdere onderhandelingen over de exclusieve distributie hebben partijen de gemaakte afspraken neergelegd in een tweede overeenkomst (Term Sheet), zulks met het oog op een uiteindelijke licentieovereenkomst. Partijen zijn hierbij overeengekomen dat de voorgenomen licentienemer meerdere bedragen als voorschot op de licentievergoeding zou betalen. Indien de definitieve licentieovereenkomst niet voor een bepaalde datum zou zijn gesloten, zou de overeenkomst van rechtswege worden ontbonden en dienden de betaalde voorschotten te worden terugbetaald.
Door de voorgenomen licentienemer, de eisende partij in de procedure, is voor een totaalbedrag van € 1.639.550,00 aan voorschotten voldaan. Om reden dat er binnen de gestelde termijn geen licentieovereenkomst is gesloten, heeft de eiser aanspraak gemaakt op terugbetaling van het onverschuldigd betaalde bedrag. De vennootschap betaalde de bedragen niet terug en bood eveneens geen verhaal voor de vordering van de eisende partij, omdat het banksaldo (van de rekening waarop de voorschotten zijn voldaan) 0 euro bedroeg.
Ten aanzien van de bestuurders stelt de eiser dat de bestuurders op de hoogte waren van de afspraken zoals vastgelegd in de Term Sheet, waaronder de afspraak over terugbetaling van de voorschotbedragen. Naar de mening van de eiser hebben de bestuurders ervoor gezorgd dat de vennootschap op geen enkele wijze verhaal kan bieden jegens eiser: de IE rechten waren op naam van een andere vennootschap geregistreerd en het saldo van de rekening van de B.V. –ondanks de voorschotbetalingen- was teruggebracht tot 0 euro. Hierbij stelt de eiser dat de bestuurders de gelden hebben weggesluisd, omdat de bestuurders niet verklaren waar de gelden zich bevinden.
Het oordeel van het hof: bestuurders zijn aansprakelijk
Naar het oordeel van het hof dienen de gelden –overeenkomstig de gemaakte afspraken- door de B.V. te worden terugbetaald. Het hof geeft hierbij aan dat indien een vennootschap tekort schiet in de nakoming van een verbintenis, als uitgangspunt dient te gelden dat alleen de vennootschap aansprakelijk is. Enkel onder bijzondere omstandigheden is er ruimte voor aansprakelijkheid van een bestuurder van die vennootschap. Hiervoor is vereist dat de bestuurder van de vennootschap ter zake van de benadeling een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt. Hiervan kan sprake zijn indien de bestuurder wist of had behoren te begrijpen dat de door hem bewerkstelligde of toegelaten handelswijze van de vennootschap tot gevolg zou hebben dat de vennootschap haar verplichtingen niet zou nakomen en ook geen verhaal zou bieden. Kort gezegd: frustratie van betaling en verhaal. Het hof oordeelt dat dit in deze zaak het geval is.
De eiser heeft gesteld dat de bestuurders de bankrekening van de vennootschap hebben leeggehaald, waardoor de vennootschap geen verhaal biedt voor de vordering van eiser. Het hof neemt in haar oordeel mee dat de bestuurders niet hebben betwist dat het banksaldo van de vennootschap € 0,00 bedraagt, alsmede dat de bestuurders geen verklaring hebben gegeven voor het tot € 0,00 terugbrengen van het banksaldo. Het hof oordeelt dat –zeker gezien de aanzienlijke betalingen van eiser- de bestuurders hebben bewerkstelligd of hebben toegelaten dat de vennootschap haar verplichtingen voortvloeiende uit de overeenkomst niet zou kunnen nakomen, doordat er gelden van de bankrekening zijn weggesluisd. Het voorgaande dient te worden aangemerkt als een persoonlijk ernstig verwijt. Het hof heeft dan ook bepaald dat aan de vereisten voor bestuurdersaansprakelijkheid is voldaan en dat de vordering jegens de bestuurders zal worden toegewezen.
Advocaat bestuurdersaansprakelijkheid
Zoals u hierboven heeft gelezen, geldt voor bestuurdersaansprakelijkheid een hoge drempel. Een goed advies in geval van bestuurdersaansprakelijkheid is dan ook van belang.
Heeft u een vraag op het gebied van bestuurdersaansprakelijkheid, wordt u als bestuurder van een vennootschap aansprakelijk gesteld of wilt u de mogelijkheden onderzoeken om de bestuurders van een vennootschap aansprakelijk te stellen? Neem dan vrijblijvend contact op met de specialisten op het gebied van bestuurdersaansprakelijkheid van Te Biesebeek Advocaten in Zwolle. Niet alleen kunnen onze advocaten u voorzien van een helder advies, ook kunnen zij u bijstaan in een gerechtelijke procedure.
Lees meer over bestuurdersaansprakelijkheid: