Per 1 januari 2019 is het arbeidsrecht op enkele punten gewijzigd. Hieronder worden een aantal van de wijzigingen uitgelicht.
Transitievergoeding
De maximale transitievergoeding wordt verhoogd tot € 81.000,= (dat was € 79.000,=). Als het bruto jaarsalaris van de werknemer hoger is dan € 81.000,=, is de transitievergoeding gemaximeerd tot éénmaal het bruto jaarsalaris.
De kleine ondernemingsregeling (voor kleine ondernemers met minder dan 25 werknemers) is per 1 januari 2019 versoepeld. Voor kleine ondernemers gold dat zij een lagere transitievergoeding hoeven te betalen, mits zij voldoen aan de volgende cumulatieve voorwaarden:
- het netto resultaat van de onderneming van de werkgever moet in de drie boekjaren voorafgaande aan het jaar van ontslag kleiner zijn geweest dan nul;
- de waarde van het eigen vermogen van de onderneming van de werkgever moet aan het einde van het boekjaar voorafgaande aan het jaar van ontslag negatief zijn geweest;
- de waarde van de vlottende activa van de onderneming van de werkgever moet aan het einde van het boekjaar voorafgaande aan het jaar van ontslag kleiner zijn dan de schulden met een resterende looptijd van ten hoogste een jaar.
Omdat de eerste twee voorwaarden te strikt waren, is ervoor gekozen om voortaan uit te gaan van een gemiddeld resultaat over de drie boekjaren tezamen (het gemiddelde resultaat moet dan kleiner zijn geweest dan nul). Daarnaast hoeft het eigen vermogen van de onderneming van de werkgever niet meer negatief te zijn. In plaats daarvan is gekozen voor een solvabiliteit van de onderneming van niet meer dan 15%.
Geboorteverlof
Alle werknemers die meer dan twee dagen per week werken en van wie de partner op of na 1 januari 2019 is bevallen, hebben recht op geboorteverlof. De duur van het geboorteverlof is gelijk aan éénmaal de wekelijkse arbeidsduur. Tijdens het geboorteverlof moet de werkgever het volledige loon van de werknemer doorbetalen.
Eventuele collectief afwijkende afspraken (bijvoorbeeld afspraken die zijn vastgelegd in een CAO) blijven gelden tot het einde van de geldigheid van die afspraken, doch uiterlijk tot 1 juli 2019.
Vanaf 1 juli 2020 kunnen werknemers ook aanspraak maken op aanvullend geboorteverlof. De duur van het aanvullend geboorteverlof is vijfmaal de wekelijkse arbeidsduur. Tijdens het aanvullende geboorteverlof ontvangt de werknemer een uitkering van het UWV van 70% van het dagloon (tot 70% van het maximumdagloon).
Adoptie- en pleegzorgverlof
Het adoptie- en pleegzorgverlof wordt met ingang van 1 januari 2019 uitgebreid naar zes weken (dit was vier weken). Tijdens het adoptie- en pleegzorgverlof hebben werknemers recht op een uitkering van 100% van het dagloon (tot maximaal het maximumdagloon). Het adoptie- en pleegzorgverlof kan worden opgenomen, zo nodig gespreid, in de periode van vier weken voor de eerste dag dat het kind in het gezin wordt opgenomen tot 22 weken daarna.
Andere wijzigingen
Er zijn nog een paar andere wijzigingen in het arbeidsrecht doorgevoerd. Dit zijn onder andere wijzigingen op het gebied van overwerk (tijd-voor-tijd) en medezeggenschap (ondernemingsraad en beloningsverschillen). Daarnaast zal in 2019 wellicht ook meer duidelijk worden over de Wet Arbeidsmarkt in balans.
Advocaat arbeidsrecht
Heeft u een vraag over (de nieuwe regelgeving van) het arbeidsrecht? Neem dan vrijblijvend contact op met een van de specialisten van Te Biesebeek Advocaten in Zwolle. Onze advocaten hebben jarenlange ervaring op het gebied van arbeidsrecht en kunnen u voorzien van een helder advies.