Donderdag 7 februari 2019 heeft bij de rechtbank in Dordrecht de mondelinge behandeling van het proces tussen melkveehouders en Bel Leerdammer plaatsgevonden.
Dit proces is in het voorjaar van 2018 door ruim 300 leveranciers van Bel Leerdammer opgestart. Inzet van de procedure is de vraag of Bel Leerdammer aan haar leveranciers (melkveehouders) in de periode 2010 tot en met 2015 een melkprijs heeft uitbetaald die is toegezegd en is overeengekomen.
Uit door de melkveehouders gemaakte berekeningen volgt dat er in deze periode ruim 17 miljoen euro te weinig op de geleverde melk is uitgekeerd. Bel Leerdammer deelt deze opvatting niet en is van mening een correcte en eerlijke melkprijs te hebben betaald.
Overeengekomen melkprijs
De melkveehouders stellen zich op het standpunt dat aan hen een referentieprijs is toegezegd. De referentieprijs bestaat uit het gewogen gemiddelde van de melkprijs van FrieslandCampina, DOC Kaas, CONO Kaas en Nemelco. Daarbij is volgens de melkveehouders ook toegezegd dat het zgn. ledengeld van de coöperatieve verenigingen FrieslandCampina, DOC Kaas en CONO Kaas deel uitmaakt van en onderdeel is van de referentieprijs.
Bel Leerdammer stelt weliswaar dat een referentieprijs is afgesproken doch dat het haar vrij zou staan om daar onbeperkt van te mogen afwijken. Bovendien, zo stelt Bel Leerdammer, dient het ledengeld buiten de berekeningen gehouden te worden: zij is immers geen coöperatie. De afwijking op de referentieprijs zou volgens Bel Leerdammer gerechtvaardigd zijn als macro-economische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven. Zo zou onder meer de ‘Russische boycot’ in 2014 en in 2015 een zware wissel op de melkprijs hebben getrokken. Daarnaast is Bel Leerdammer van mening dat de vorderingen uit de jaren 2010 en 2011 door tijdsverloop (verjaring) teniet zijn gegaan.
Mondelinge behandeling
Na een eerste schriftelijke ronde heeft donderdag 7 februari 2019 de mondelinge behandeling bij de rechtbank in Dordrecht plaatsgevonden. Partijen waren goed vertegenwoordigd: enerzijds Bel Leerdammer vergezeld van drie advocaten en anderzijds ruim 70 van de aan de procedure deelnemende melkveehouders, bijgestaan door mr. G.D. te Biesebeek.
Tijdens de mondelinge behandeling is uitvoerig gesproken over de partijen nog verdeeld houdende geschilpunten:
- Is de vordering deels verjaard?
- Is afgesproken dat het ledengeld onderdeel uitmaakt van de referentieprijs?
- Mocht Bel Leerdammer van de referentieprijs afwijken?
Kritische vragen rechtbank
Tijdens de mondelinge behandeling stelde de meervoudige kamer kritische vragen om de feiten scherp op het netvlies te krijgen.
Verjaring
Zo stond de rechtbank stil bij de vraagstelling wanneer de melkveehouders volgens Bel Leerdammer bekend waren met het feit dat er naar hun zeggen geen correcte prijs was uitbetaald. Dit in het licht van het gegeven dat Bel Leerdammer – anders dan de melkveehouders – over alle relevante gegevens beschikt om een correcte prijs te kunnen bepalen, terwijl zij naar haar leveranciers toe nooit scheutig is geweest met het verstrekken van informatie over de prijsberekening. Immers, zolang niet bekend is dat er een verkeerde prijs is betaald, is verjaring niet aan de orde.
Ledengeld
Verder werd Bel Leerdammer uitvoerig ondervraagd hoe haar stelling – dat het ledengeld niet meetelt – zich verhoudt met de tijdens informatiebijeenkomsten getoonde melkprijsvergelijkingen waarin het ledengeld wel werd betrokken. Hierbij werd tevens aandacht besteed aan het feit dat het ledengeld onderdeel uitmaakt van de nabetalingen van de referentiebedrijven – en dus van de referentieprijs -, alsmede aan het feit dat uit een bij de rechtbank gedeponeerde geluidsopname met zoveel woorden ook volgt dat Bel Leerdammer heeft uitgelegd dat het ledengeld in de berekeningen wordt meegenomen en wordt uitbetaald.
Afwijken van referentieprijs
Tot slot had Bel Leerdammer het nodige aan vragen te beantwoorden die verband hielden met de toegepaste, negatieve afwijking van de referentieprijs, zoals:
- Welke macro-economische ontwikkelingen zouden (naar de mening van Bel Leerdammer) haar meer hebben getroffen dan de referentiebedrijven, waardoor zij de referentieprijs niet meer zou kunnen betalen?
- Welke maatstaf en rekenformule werd bij het toepassen van een afwijking (een marge) gehanteerd?
- Was het bovenstaande wel met de melkveehouders gecommuniceerd?
- Hoe konden melkveehouders de toegepaste afwijking controleren als Bel Leerdammer geen cijfermatig inzicht gaf, nu zij deze gegevens niet kon verstrekken, zo zij stelde: in verband met ‘concurrentiegevoeligheid’?
Applaus voor de rechtbank
Aan het eind van de zitting kreeg de rechtbank een hartverwarmend applaus van de aanwezige melkveehouders. Daarbij gaven zij blijk van hun waardering voor het feit dat de rechters zich zeer goed in de materie hadden verdiept, zich goed in het dossier hadden ingelezen, alsmede dat de rechters bij herhaling met het stellen van vragen aan Bel Leerdammer de vinger op de zere plek legden. Maar misschien nog wel meer voor het feit dat de aanwezige melkveehouders zich door de rechtbank gehoord voelden, hetgeen zij in de relatie met Bel Leerdammer misschien nog wel meer missen dan het achterstallige melkgeld.
Vonnis 27 maart 2019
De rechtbank heeft het verzoek van Bel Leerdammer voor een nieuwe schriftelijke ronde afgewezen en heeft de uitspraak geagendeerd voor 27 maart 2019. Of de uitspraak dan ook daadwerkelijk zal volgen is onzeker. De ervaring leert dat rechtbanken als gevolg van werkvoorraad doorgaans niet in staat zijn om op de geplande datum uitspraak te doen.
Voor meer informatie over deze procedure kunt u contact opnemen met mr. G.D. te Biesebeek.
Lees meer:
- Collectief van melkveehouders heeft Royal Bel Leerdammer verzocht om een correctie op de uitbetaalde melkprijs
- Leveranciers Bel Leerdammer: maak aanspraak op achterstallig melkgeld en voorkom dat uw vordering teniet gaat door verjaring
- Update dossier Bel Leerdammer: collectief bestaat inmiddels uit meer dan 280 melkveehouders