De handelswijze van het Pensioenfonds bij een betalingsachterstand
Bent u als werkgever (verplicht) aangesloten bij een bedrijfstakregeling dan wordt u geacht ten behoeve van uw werknemers bij vooruitbetaling premie af te dragen. Bij het niet tijdig betalen van de premie, aldus schulden bij een Pensioenfonds, kunnen de kosten snel oplopen. In deze blog gaan wij nader in op de handelswijze van het Pensioenfonds in de Metaal en Techniek.
Werkwijze in geval van schulden bij een Pensioenfonds
In de Metaal en Techniek zijn een drietal stichtingen belast met de uitvoering van de bedrijfstakregelingen. Deze stichtingen worden hierna aangeduid als ‘Pensioenfonds’. Indien de af te dragen premie niet tijdig wordt voldaan, hanteert het Pensioenfonds een standaard werkwijze:
- er wordt een aanmaning gestuurd met een verhoging van een boete van 10%;
- bij uitblijven van betaling wordt de vordering ter incasso overgedragen aan de incasso afdeling van GGN Gerechtsdeurwaarders (GGN).
Ook GGN houdt er vervolgens een standaardwerkwijze op na:
- sommatie versturen met een verhoging met incasso- en rentekosten;
- bij uitblijven van betaling een procedure opstarten bij de rechtbank;
- bij uitblijven van betaling na een vonnis een advocaat inschakelen die namens Pensioenfonds het faillissement van de werkgever aanvraagt.
Faillissementsaanvraag door Pensioenfonds
Om een faillissement uitgesproken te krijgen dient er altijd aan twee criteria te zijn voldaan:
- opgehouden zijn te betalen;
- meerdere schuldeisers.
Het vereiste dat er sprake is van meerdere schuldeisers is door Pensioenfonds eenvoudig in te vullen. Het betreft namelijk drie stichtingen die gezamenlijk de premie in rekening brengen. Weliswaar zijn de premies van twee van de drie stichtingen relatief laag, doch dit maakt niet dat er geen sprake is van meerdere schuldeisers.
De door het Pensioenfonds ingeschakelde advocaat heeft in principe de instructie er voor te zorgen dat het faillissement van de niet betalende werkgever wordt uitgesproken. Zo komt het met regelmaat voor dat op verzoek van het Pensioenfonds een werkgever failliet gaat en de werknemers zogezegd op straat komen te staan.
Deze werknemers hebben er echter veelal geen weet van dat zij hun baan verliezen door een Pensioenfonds die – zoals Pensioenfonds zelf aangeeft – in het belang van de werknemers optreedt. Het Pensioenfonds vraagt niet vooraf om goedkeuring van de werknemers. Terwijl een werkgever mogelijk afspraken heeft gemaakt met werknemers over het op een later moment voldoen van looncomponenten (zodat een – in liquiditeitsproblemen verkerende – werkgever haar hoofd boven water kan houden en werknemers hun baan kunnen behouden), gooit het Pensioenfonds roet in het eten.
Betalen is beter dan genezen
Het spreekt voor zich dat een werkgever er verstandig aan doet geen problemen met het Pensioenfonds te krijgen. Indien echter op enig moment de premie niet tijdig kan worden voldaan, aldus dat er schulden bij het Pensioenfonds ontstaan, creëert de werkwijze van Pensioenfonds en GGN al snel een groter probleem. Door een liquiditeitstekort kan er niet tijdig worden betaald, met het resultaat dat er standaard (door boetes, rente en kosten) meer moet worden betaald. Het gevolg is dat de volgende premienota ook weer niet op tijd kan worden betaald en een vicieuze cirkel is zo een feit.
Rechter verbindt geen consequenties aan werkwijze van Pensioenfonds
Natuurlijk heeft een werkgever zijn verantwoordelijkheden en moet zij zorgen dat er tijdig wordt betaald, maar wanneer als gevolg van de standaardwerkwijze van Pensioenfonds en haar incassogemachtigde een oplossing steeds verder weg lijkt, zou een ietwat meer welwillende houding van Pensioenfonds voor het behoud van banen kunnen zorgen. Een praktijkvoorbeeld leert dat het Pensioenfonds op geen enkele wijze bereid is mee te denken met het wegwerken van schulden aan het Pensioenfonds.
In het praktijkvoorbeeld heeft Pensioenfonds gemeend tot drie maal toe het faillissement van de werkgever aan te moeten vragen, terwijl geen sprake was van een situatie van opgehouden zijn te betalen en van meerdere schuldeisers (de twee criteria voor een faillissement). Om vervolgens de kosten van deze faillissementsaanvragen vergoed te krijgen, heeft het Pensioenfonds een bodemprocedure gestart. De rechter heeft deze vordering van het Pensioenfonds afgewezen.
Tijdens de procedure is daarnaast vastgesteld dat het Pensioenfonds bedragen onjuist heeft afgeboekt en dat het bedrag dat de werkgever aan het Pensioenfonds verschuldigd is, gelijk is aan het bedrag dat van meet af aan door de werkgever als verschuldigd bedrag is aangegeven, zijnde circa 12.000,00 euro minder dan door het Pensioenfonds is gevorderd. Het voorgaande en het feit dat dezelfde rechter in een eerder vonnis heeft geoordeeld dat het door de werkgever uitgedragen standpunt over de wijze van afboeken juist is, heeft echter voor de rechter geen reden gevormd om de door het Pensioenfonds opgevoerde kosten of proceskosten te compenseren. Het resultaat is dat de werkgever wordt opgezadeld met (nog meer) kosten en de vicieuze cirkel dus niet doorbroken wordt. Door de handelswijze van het Pensioenfonds belandt de werkgever van de wal in de sloot.
Schulden bij een Pensioenfonds? Schakel tijdig juridische bijstand in
Bij (dreigende) liquiditeitsproblemen is het van belang tijdig een advocaat met kennis van saneringen in te schakelen. Op deze manier kunt u mogelijk een (jarenlange) discussie met een Pensioenfonds en haar incassogemachtigde voorkomen. Voor vragen op het gebied van saneringen, maar ook vorderingen van Pensioenfondsen en de wijze waarop zij hun vorderingen berekenen, kunt u vrijblijvend contact opnemen met een van de advocaten van Te Biesebeek Advocaten in Zwolle. Onze advocaten kunnen u voorzien van een helder advies en u -indien nodig- bijstaan in een gerechtelijke procedure.
Dit artikel is geschreven door mr. H.E. ter Horst