Het Haviltex-criterium is een door de Hoge Raad geformuleerd criterium, waarin is bepaald hoe een overeenkomst uitgelegd dient te worden.
Overeenkomsten
Partijen leggen in een overeenkomst of contract vast welke verplichtingen zij over en weer hebben. Het contract vormt daarmee de basis van de rechtsverhouding van partijen. Oftewel: hoe zij met elkaar verbonden zijn en wat zij van elkaar mogen verwachten.
Het is in de praktijk echter veelal ondoenlijk om ‘alles’ in een overeenkomst op te nemen en een contract is een veelal juridisch opgesteld standaard stuk, dat na de ondertekening in een la verdwijnt en daar pas uitkomt als er een geschil ontstaat.
Tussen partijen ontstaat dan ook veelvuldig een verschil van mening over hoe een contract of bepalingen daarin precies uitgelegd moeten worden. Dit omdat de letterlijke tekst niet altijd voldoende is om duidelijkheid te verschaffen.
Haviltex Arrest
De Hoge Raad heeft in haar standaard arrest van 13 maart 1981 bepaald hoe een overeenkomst uitgelegd moet worden. Dit arrest heet het Haviltex-Arrest, vernoemd naar een van de betrokken partijen.
Het in die uitspraak verwoorde criterium is dan ook het Haviltex-criterium gaan heten. Het arrest heeft tot de dag van vandaag een vergaande invloed op de uitleg van contracten en het toepassen van de door de Hoge Raad verwoorde criteria, wordt ook wel met een nieuwe werkwoord ‘Haviltexen’ genoemd.
Het Haviltex-criterium
De Hoge Raad verwoorde het criterium als volgt:
‘De vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding van partijen is geregeld en of dit contract een leemte laat die moet worden aangevuld, kan niet worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht.’
Partijbedoelingen
Het Haviltex-criterium komt er op neer dat bij de uitleg van een overeenkomst niet slechts gekeken dient te worden naar de letterlijk of taalkundige betekenis van de tekst, maar ook naar de betekenis die partijen- in de gegeven omstandigheden en op basis van hetgeen zij over en weer van elkaar mochten verwachten – aan die tekst mochten toekennen. De bedoelingen van de contractspartijen bij het sluiten van de overeenkomst, zijn daardoor van belang.
Verwachtingen van partijen
Voor de vraag wat partijen over en weer van elkaar mochten verwachten, zijn de omstandigheden van het geval van belang. Hierbij dient onder meer gekeken te worden naar wie de betrokken partijen zijn. Handelen zij bijvoorbeeld als professionele partijen onderling of als professional jegens een consument? Handelen partijen in dezelfde branche en in hoeverre zijn partijen juridisch onderlegd of bijgestaan door een jurist? Er zal namelijk minder ruimte zijn om af te wijken van de letterlijke tekst, als de overeenkomst tussen twee professionele partijen is gesloten onder begeleiding van juristen.
Ook de omstandigheid dat over een bepaalde bepaling is onderhandeld, is van invloed. Als er immers uitvoerig gesproken is over de formulering van een bepaling, dan dient eerder aangesloten te worden bij de letterlijke tekst, dan als er nimmer over de tekst gesproken is.
De bedoelingen en verwachtingen van partijen volgen veelal uit correspondentie voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst. Deze zijn voor een goede uitleg dan ook van belang.
Advocaat verbintenissenrecht
Heeft u geschil omtrent de uitleg van een overeenkomst? Of wenst u een overeenkomst te laten opstellen? Neem dan vrijblijvend contact op met de specialisten van Te Biesebeek Advocaten in Zwolle. Onze advocaten op het gebied van verbintenissenrecht kunnen u voorzien van een goed advies en u bijstaan in een gerechtelijke procedure.