Servicekosten zijn kosten die de verhuurder in rekening brengt voor leveringen en diensten. Deze kosten komen bovenop de kale huur. In deze blog leest u meer over de servicekosten bij verhuur van woonruimte.
Wat valt er onder servicekosten?
In de wet is een onderscheid gemaakt tussen kosten voor nutsvoorzieningen met een individuele meter en servicekosten (art. 7:237 lid 3 BW). De kosten voor nutsvoorzieningen met een individuele meter bestaan uit de vergoedingen voor gas, elektriciteit en water, waarvoor de huurder een eigen meter in de woning heeft.
De servicekosten bestaan uit alle kostenposten die niet vallen onder de nutsvoorzieningen met een individuele meter (dit kunnen dus ook kosten voor nutsvoorzieningen zijn, maar dan is er geen sprake van een eigen meter). Die kosten worden vaak aangeduid als overige servicekosten. Wordt gesproken over servicekosten, dan worden daar in de praktijk zowel de kosten nutsvoorzieningen met een individuele meter als de overige servicekosten mee bedoeld. In het Besluit servicekosten kunt u een gespecificeerd overzicht van deze kosten vinden.
De verhuurder is verplicht elk jaar, uiterlijk zes maanden na het verstrijken van een kalenderjaar, een naar soort uitgesplitst overzicht van de in dat kalenderjaar in rekening gebrachte servicekosten aan de huurder te verstrekken. Indien de huurder om een onderbouwing van die kosten verlangt, bijvoorbeeld bewijsstukken, is de verhuurder gehouden die onderbouwing aan de huurder te geven.
Redelijke servicekosten
De verhuurder heeft het recht om servicekosten bij de huurder in rekening te brengen. Daar moeten beide partijen het wel over eens zijn. Soms zijn de kosten ongespecificeerd opgenomen in de prijs die de huurder periodiek aan de verhuurder moet betalen. Dan wordt gesproken van een all-in prijs. Bij een all-in prijs is het voor de huurder niet mogelijk te controleren wat de omvang van de kale huurprijs is en wat de omvang is van de bijkomende servicekosten. De verhuurder zal een all-in prijs dus niet zomaar mogen verhogen. Ook niet als de van de all-in prijs deel uitmakende energiekosten opeens sterk stijgen.
Uitgangspunt is dat partijen gezamenlijk de omvang van de te betalen servicekosten overeenkomen. In de praktijk is het vaak de verhuurder die de omvang van de door de huurder te betalen kosten bepaalt. Dat laatste kan tot discussies leiden, vooral als de huurder het niet eens is met de in rekening gebrachte kosten. Als dat het geval is kan de huurder of de verhuurder de huurcommissie vragen een uitspraak te doen over de servicekosten.
Huurcommissie
De huurcommissie is een zelfstandig bestuursorgaan dat onder meer tot taak heeft uitspraak te doen over de betalingsverplichting met betrekking tot de servicekosten en over het zogenoemde voorschotbedrag kosten nutsvoorzieningen. De huurcommissie toetst of de in rekening gebrachte kosten redelijk zijn en afdoende door de verhuurder zijn onderbouwd. De wijze waarop de huurcommissie de kosten toetst, is vastgelegd in het Beleidsboek servicekosten.
Wanneer de huurcommissie uitspraak heeft gedaan, worden de huurder en de verhuurder geacht te zijn overeengekomen wat in die uitspraak is vastgesteld. Dit laatste geldt echter niet als een van hen binnen acht weken na verzending van de uitspraak van de huurcommissie de kantonrechter heeft gevraagd een uitspraak te doen over de servicekosten (art. 7:262 lid 1 BW). De kantonrechter heeft het recht de huurcommissie te ‘overrulen’ en ten aanzien van de servicekosten een andere uitspraak te doen dan de huurcommissie heeft gedaan.
Advocaat huurrecht
Heeft u een vraag over servicekosten in het huurrecht? Of is uw huurder het niet eens met de door u berekende kosten? Neem dan contact op met een van de specialisten van Te Biesebeek Advocaten in Zwolle. Onze advocaten kunnen u voorzien van een goed advies en u bijstaan in een gerechtelijke procedure.
Lees ook:
– Wat is de duur van een huurovereenkomst?
– Wanneer ben ik medehuurder van woonruimte?
– Tijdelijke huurovereenkomst woonruimte