De waarschuwingsplicht van een aannemer is onder meer vastgelegd in artikel 7:754 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Daarnaast bevatten de Uniforme Administratieve Voorwaarden (UAV) die vaak in bouwgeschillen van toepassing zijn een vergelijkbare regeling. In het bouwrecht speelt deze waarschuwingsplicht een belangrijke rol.
Deze blog belicht de belangrijkste aspecten van die plicht: waartegen en wanneer moet de aannemer waarschuwen, hoe dient hij te waarschuwen en wat zijn de gevolgen van het schenden van die plicht.
Waartegen moet de aannemer waarschuwen?
De aannemer is verplicht om de opdrachtgever te waarschuwen voor onjuistheden in de opdracht tot het maken van het bouwwerk. Verder geldt de waarschuwingsplicht voor gebreken en ongeschiktheid van zaken die afkomstig zijn van de opdrachtgever. Zoals bouwmaterialen of hulpmiddelen. Tot slot dient de aannemer te waarschuwen voor fouten of gebreken in door de opdrachtgever verstrekte plannen, tekeningen, berekeningen, bestekken en uitvoeringsvoorschriften.
Kort gezegd geldt de waarschuwingsplicht voor de aannemer dus voor fouten en gebreken in de opdracht en zaken en stukken afkomstig van zijn opdrachtgever.
Wanneer heeft de aannemer een waarschuwingsplicht?
De waarschuwingsplicht geldt bij het aangaan van de aanneemovereenkomst, maar ook tijdens de uitvoering daarvan. De aannemer is verplicht te waarschuwen zodra hij de fouten, onjuistheden, gebreken en dergelijke kende of redelijkerwijs behoorde te kennen. Of een aannemer dit had moeten ontdekken, hangt weer af van de deskundigheid die van hem verwacht mocht worden. Dat verschilt per geval.
Hoe moet de aannemer waarschuwen?
Per 1 januari 2024 is de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen (WKB) in werking getreden. Vanaf dat moment geldt een aanscherping van de waarschuwingsplicht. De waarschuwing moet dan altijd schriftelijk en ondubbelzinnig worden gegeven. Daarnaast moet op de gevolgen gewezen worden.
Gevolgen van het schenden van de waarschuwingsplicht
Het niet naleven van de waarschuwingsplicht kan ernstige gevolgen hebben voor de aannemer. De belangrijkste drie zijn de volgende.
Ten eerste komen de gevolgen van een ondeugdelijke uitvoering van het werk veroorzaakt door fouten en gebreken in zaken en stukken van zijn opdrachtgever voor rekening van de aannemer als hij daar niet voor gewaarschuwd heeft.
Ten tweede kan de aannemer dan ook aansprakelijk zijn voor andere schade. Bijvoorbeeld schade als gevolg van een te late oplevering van het werk.
Tot slot loopt de aannemer het risico dat hij meerwerk veroorzaakt door gebreken, fouten en dergelijke in zaken en stukken van de opdrachtgever niet betaald krijgt als hij zijn waarschuwingsplicht niet heeft nageleefd.
Advocaat bouwrecht
De waarschuwingsplicht van de aannemer in artikel 7:754 BW speelt een belangrijke rol in het bouwrecht. De aannemer dient de opdracht en zaken en stukken afkomstig van zijn opdrachtgever goed te controleren op fouten en gebreken. Bij ontdekking van fouten of gebreken dient de aannemer zijn opdrachtgever daar tijdig, ondubbelzinnig en schriftelijk voor te waarschuwen en te wijzen op de gevolgen. Laat de aannemer dat na dan kan dat verstrekkende juridische en financiële gevolgen voor hem hebben.
De advocaten van Te Biesebeek Advocaten in Zwolle zijn ervaren en deskundig op dit rechtsgebied. Heeft u behoefte aan advies of bijstand? Of wilt u uw algemene voorwaarden laten controleren? Neem dan vrijblijvend even contact op met een van onze specialisten via 038-4223020 of stuur een e-mail naar info@tebiesebeek.nl.
Lees ook:
– Nieuwe Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen (Wkb)
– De oplevering in bouwzaken
– Onderaannemer aansprakelijk stellen