De Wet Werk en Zekerheid (WWZ) heeft per 1 juli 2015 de nodige veranderingen op het gebied van het ontslagrecht met zich meegebracht, niet alleen op financieel gebied. In dit artikel besteden we aandacht aan het ontslagrecht en de ketenbepaling.
Ontslagrecht
Een werkgever kan de kantonrechter verzoeken de arbeidsovereenkomst te ontbinden of de werkgever kan de arbeidsovereenkomst na toestemming van het UWV opzeggen.
Voor 1 juli 2015 kon de werkgever bij beëindiging van een arbeidsovereenkomst kiezen tussen de kantonrechter (ontbinding) of het UWV (toestemming). Per 1 juli 2015 kan de werkgever in het geval van bedrijfseconomische reden en bij langdurige arbeidsongeschiktheid slechts een ontslagaanvraag indienen bij het UWV. Ontslag om persoonlijke redenen zal via de kantonrechter moeten plaatsvinden.
Wanneer er sprake is van ontslag zonder wederzijds goedvinden of toestemming van het UWV kan de werknemer naar de kantonrechter om het ontslag te laten vernietigen of om een vergoeding te vragen. Ook indien het UWV de toestemming aan de werkgever heeft geweigerd, kan de werkgever de kantonrechter verzoeken de arbeidsovereenkomst te ontbinden.
De ontslagaanvraag moet binnen vier weken zijn afgehandeld bij het UWV. Na de toestemming van het UWV heeft de werkgever nog 4 weken om de werknemer daadwerkelijk te ontslaan.
Opzegtermijnen
De opzegtermijnen (uit de wet) zijn hetzelfde gebleven. De proceduretijd van de UWV-procedure mag van de opzegtermijn worden afgetrokken indien de opzegtermijn meer dan één maand bedraagt. Bij de kantonrechter kan de proceduretijd worden verrekend indien de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.
Wederzijds goedvinden
Het blijft voor de werkgever en werknemer mogelijk de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen middels een vaststellingsovereenkomst. Vanaf 1 juli 2015 heeft de werknemer na ondertekening van de vaststellingsovereenkomst twee weken bedenktijd gekregen. Dit betekent dat de werknemer de overeenkomst binnen twee weken schriftelijk kan herroepen.
Indien de werkgever de werknemer niet wijst op dit recht geldt er een termijn van drie weken. Indien een vaststellingsovereenkomst wordt herroepen, heeft ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet plaatsgevonden.
Ketenbepaling
Voor 1 juli 2015 kreeg een werknemer een contract voor onbepaalde tijd vanaf het derde opvolgende contract of indien hij drie jaar aaneengesloten in dienst was. Na een onderbreking van meer dan drie maanden kon een nieuwe keten worden gestart (3x3x3). Dit houdt in dat iemand drie maanden uit dienst gaat en daarna weer in dienst treedt bij dezelfde werkgever, waardoor de periode voor contracten van bepaalde tijd opnieuw begint te lopen.
Vanaf 1 juli 2015 is er bij het derde opvolgende contract nog steeds van rechtswege sprake van een contract van onbepaalde tijd, maar de duur van de aaneengesloten tijdelijke contracten wordt beperkt naar een periode van twee jaar. De opvolgingsperiode bedraagt zes maanden in plaats van drie maanden zoals in de oude regelgeving (3x2x6). Onder voorwaarden is het mogelijk bij cao af te wijken van deze bepaling.
Wilt u weten wat de wijziging van het ontslagrecht voor uw situatie betekent? Neem dan vrijblijvend contact op met onze advocaat arbeidsrecht. Te Biesebeek Advocaten in Zwolle helpt u graag verder.