De Hoge Raad heeft op 29 januari 2016 geoordeeld dat het voor een eigenaar van een dier niet mogelijk is de mede-eigenaar van hetzelfde dier aan te spreken voor geleden schade.
In de zaak waarover de Hoge Raad diende te oordelen was er sprake van een echtpaar dat samen een manege heeft. Op enig moment wordt de vrouw van het stel tijdens een paardrijles door een lespaard omver gelopen. De vrouw lijdt hierdoor schade, zij kan namelijk enige tijd haar werkzaamheden niet uitvoeren.
De vrouw en de man zijn beiden eigenaar van het lespaard. De vrouw stelt daarom de man als mede-eigenaar van het lespaard aansprakelijk voor de geleden schade. De schadeverzekeraar van de man is het met deze aansprakelijkheidstelling niet eens en weigert de schade te vergoeden.
Oordeel Hoge Raad over aansprakelijkheid mede-eigenaar
In 2010 heeft de Hoge Raad zich al eens uitgelaten over de aansprakelijkheid van mede-eigenaren. In dit geval ging het om een vrouw die letsel had opgelopen doordat zij haar hangmat had bevestigd aan een paal van een pand, waardoor een gedeelte van het pand instortte. De vrouw raakte blijvend lichamelijk beperkt. De vrouw was samen met haar partner eigenaar van het pand. De Hoge Raad heeft in deze zaak geoordeeld dat de vrouw haar partner als mede-eigenaar aansprakelijk kon stellen voor een gedeelte van de schade.
De hangmatzaak brengt de vraag aan de orde of ook de eigenaar of bedrijfsmatige gebruiker van een dier aansprakelijk kan worden gesteld (voor een gedeelte van) de schade die een mede-eigenaar lijdt. De Hoge Raad oordeelde in de zaak van het lespaard dat dit niet mogelijk is. De Hoge Raad geeft hierbij onder andere aan dat een dier een eigen, onvoorspelbare energie bezit waarvan ook de benadeelde mede-eigenaar zich bewust is.
Lees de volledige uitspraak in deze zaak op Rechtspraak.nl.