In haar besluit van 4 september 2024 heeft de ACM geconcludeerd dat Lactalis in strijd handelt met de Wet oneerlijke handelspraktijken. Lactalis mag op grond van de Wet OHP Landbouw de melkprijs niet eenzijdig wijzigen. De ACM heeft Lactalis een last onder dwangsom opgelegd om de overtreding te beëindigen. Het besluit van de ACM in de kwestie Lactalis heeft verstrekkende gevolgen voor de volledige sector.
In deze blog leest u meer over de Wet oneerlijke handelspraktijken, de voorwaarden (het prijssysteem) van de zuivelfabrieken en het besluit van de ACM.
Wet OHP Landbouw
Op 1 november 2021 is de ‘ Wet oneerlijke handelspraktijen in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen’ (hierna: Wet OHP Landbouw) in werking getreden. Deze wet is gebaseerd op een Europese richtlijn. Deze richtlijn, en daarmee ook de Wet OHP Landbouw, beoogt de markt- en handelspositie van de boeren, vissers, tuinders en andere leveranciers van landbouw- en voedingsproducten te versterken.
Grote verschillen in omvang tussen leverancier en afnemer in de voedingsketen kunnen leiden tot onevenwichtigheid in de onderhandelingsmacht. De Wet OHP Landbouw beoogt de positie van landbouwproducenten en voedselleveranciers tegen oneerlijke handelspraktijken van relatief grote en machtige afnemers te beschermen. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) houdt toezicht op naleving van de Wet OHP Landbouw.
Melkprijs
Melkveehouders leveren de door hun veestapel geproduceerde melk aan de zuivelfabriek, de afnemer. Het is de fabriek die de prijs bepaald, welke prijs maandelijks kan schommelen. Doorgaans heeft de melkveehouder (de leverancier) geen inspraak in de hoogte van de melkprijs. De wijze waarop de melkprijs wordt bepaald is voor de melkveehouder niet transparant, terwijl voor hem doorgaans gegevens ontbreken om te kunnen toetsen of aan hem wel de juiste prijs wordt betaald.
In veel leveringsvoorwaarden, waarvan de inhoud veelal door de afnemer wordt bepaald, is een bepaling opgenomen dat de melkprijs in de basis wordt gebaseerd op ‘de marktprijs’ van vet- en eiwit, de belangrijkste componenten van boerderijmelk. Voor een melkveehouder is ondoorgrondelijk en ondoorzichtig waar deze marktprijs uit bestaat, hoe die tot stand komt en hoe deze wordt berekend. De melkveehouder, die ook niet van de ene dag op de andere dag kan vertrekken naar een andere afnemer, heeft de door de fabriek ‘gedicteerde’ melkprijs maar te accepteren. Het is ‘slikken of stikken’. Een oneerlijke handelspraktijk, aldus de ACM.
Handhavingsverzoek ACM
In juli 2022 heeft Leveranciersvereniging Leerdammer Collectief (LVLC) een handhavingsverzoek ingediend bij de ACM. LVLC is een belangenvereniging van melkveehouders welke melk leveren aan Royal Lactalis Leerdammer b.v. (hierna: Lactalis). Aan dit verzoek ligt de stelling ten grondslag dat Lactalis de Wet OHP Landbouw op meerdere onderdelen overtreedt. LVLC verzoekt de ACM om handhavend op te treden en om aan deze, oneerlijke handelspraktijk van Lactalis een einde te maken.
Lactalis wordt onder meer verweten dat zij eenzijdig, zonder instemming van haar leveranciers de leveringsvoorwaarden wijzigt door maandelijks eenzijdig de melkprijs te bepalen. Daarnaast ligt aan dit verzoek de stelling ten grondslag dat Lactalis van haar melkveehouders betalingen verlangt die geen verband houden met de verkoop en levering van de melk.
Overigens is LVLC ontstaan in een periode dat er onder de leveranciers veel onvrede heerste over de handelspraktijk van Lactalis (toen nog Royal Bel Leerdammer b.v.) en over de wijze waarop zij op een ondoorzichtige wijze de melkprijs bepaalde hetgeen bij herhaling inzet was van gerechtelijke procedures.
Meer lezen over deze procedures?
- Collectief van melkveehouders heeft Royal Bel Leerdammer verzocht om een correctie op de uitbetaalde melkprijs
- Heeft een melkveehouder tegenwoordig een advocaat nodig voor een plus op de melkprijs?
- Uitspraak gerechtshof in procedure tegen Bel Leerdammer
Oneerlijke handelspraktijk
De Wet OHP kwalificeert een aantal praktijken van een afnemer als oneerlijk. Een oneerlijke handelspraktijk is niet toegestaan en een leverancier kan daartegen bezwaar maken. Zo bepaalt de Wet OHP dat bederfelijke producten binnen dertig dagen aan de leverancier betaald dienen te worden, dat de afnemer van de leverancier geen betalingen kan en mag verlangen welke niets van doen hebben met de verkoop en levering van zijn product, dat de leverancier niet eenzijdig de (leverings)voorwaarden mag wijzigen, waaronder ook de prijs wordt verstaan. Zo voorziet de Wet OHP Landbouw in nog een aantal ‘verboden’.
Besluit ACM: Lactalis handelt in strijd met de Wet OHP Landbouw
Na een gedegen en zorgvuldig onderzoek heeft de ACM geconcludeerd dat Lactalis de Wet OHP Landbouw overtreedt. Haar bevindingen heeft de ACM opgenomen in haar besluit van 4 september 2024, welk besluit – na de vertrouwelijkheidsperiode – op 23 september 2024 bekend is gemaakt.
De ACM concludeert dat Lactalis het verbod op eenzijdige wijziging van de leveringsvoorwaarden heeft overtreden. Lactalis doet dit door maandelijks eenzijdig de prijzen voor eiwit en vet te bepalen, zonder dat daar een transparant prijssysteem aan ten grondslag ligt dat met de melkveehouders is overeengekomen. De ACM gelast Lactalis om haar leveringsvoorwaarden in lijn te brengen met de Wet OHP.
Uit het besluit volgt dat Lactalis tijdens het onderzoek aan de ACM heeft uitgedragen dat een veelheid aan factoren de prijs van vet en eiwit kunnen beïnvloeden. Lactalis maakt volgens de ACM evenwel niet inzichtelijk wat het effect van deze factoren op de prijs is en dat effect volgt ook niet uit haar leveringsvoorwaarden. Het is niet transparant op welke wijze de prijzen voor vet en eiwit maandelijks tot stand komen, aldus de ACM in haar besluit. Daarnaast kan een melkveehouder niet met Lactalis onderhandelen over de prijs en zijn er geen waarborgen ingebouwd die een eventuele willekeur kunnen voorkomen.
Last onder dwangsom
De ACM legt Lactalis een last onder dwangsom op. Lactalis dient binnen drie maanden de leveringsvoorwaarden, voor zover die betrekking hebben op de prijs, aan te passen en aan haar leveranciers voor te leggen en daarmee de overtreding te beëindigen. Dit kan Lactalis doen door in de voorwaarden een transparant prijssysteem op te nemen en deze voor te leggen aan de melkveehouders, haar leveranciers. Uit het besluit volgt dat het prijssysteem transparant moet zijn, zodat voor de melkveehouder van te voren duidelijk is op welke wijze de prijs tot stand komt en dat de prijs ook voor de melkveehouder te controleren is.
Lactalis dient de last uiterlijk 5 december 2024 uitgevoerd te hebben en de overtreding beëindigd te hebben. Voor elke maand dat Lactalis geen uitvoering aan deze last geeft zal zij een dwangsom verbeuren van € 175.000,00 per maand met een maximum van € 1.050.000,00.
Vion
Reeds eerder heeft de ACM een onderzoek ingesteld naar de eenzijdige wijziging van de leveringsvoorwaarden en prijzen door een grote afnemer in de voedselvoorzieningenketen en deze praktijk getoetst aan het gestelde in de Wet OHP Landbouw. Dit onderzoek zag op de praktijken van Vion, onder meer een grote slachterij in de varkenssector. Dit onderzoek is beëindigd na een toezeggingsaanvraag van Vion welke door de ACM bindend is verklaard. Toegezegd is dat de voorwaarden en prijzen niet meer eenzijdig door Vion zullen worden gewijzigd.
Besluit ACM: niet alleen gevolgen voor Lactalis
Het besluit van de ACM raakt niet alleen Lactalis, doch heeft (verstrekkende) gevolgen voor nagenoeg de volledige (zuivel)sector. De zuivelverwerkende industrie zal met haar melkveehouder een transparant prijssysteem dienen over een te komen welk systeem niet meer eenzijdig kan worden gewijzigd. Ook overige leveringsvoorwaarden mogen niet meer eenzijdig gewijzigd worden.
Heeft u vragen over het besluit van de ACM? Of wilt u meer informatie over leveringsvoorwaarden en het door de zuivelfabriek gehanteerde prijssysteem? Neem dan contact op met Te Biesebeek Advocaten in Zwolle. Onze ervaren advocaten zijn gespecialiseerd in juridische discussies tussen de melkveehouder en de zuivelverwerkende industrie.