Een collectief van 63-tal melkveehouders is een bodemprocedure gestart tegen de zuivelcoöperatie DOC Kaas, gevestigd in Hoogeveen. De betreffende melkveehouders waren lid van de coöperatieve vereniging DOC Kaas. Zij hebben in 2016 het lidmaatschap opgezegd.
Coöperatie
Een coöperatieve vereniging is een bijzondere vereniging. Volgens de wettelijke definitie dient een coöperatieve vereniging zich ten doel te stellen in de stoffelijke behoeften van haar leden te voorzien en oefent zij ten behoeve van haar leden een bedrijf uit of doet deze uitoefenen. Een coöperatie is een verlengstuk van de economische eenheid van haar leden. Een coöperatie stelt zich in de praktijk ten doel om de krachten van de leden te bundelen, om de door hen geproduceerde producten op een voor de leden economische voordelige wijze te vermarkten en om daarmede een gezamenlijk voordeel te behalen. Doordat de onderneming ten behoeve van de leden wordt uitgeoefend, worden leden geacht in de vorming van het ondernemingsbeleid een beslissende stem te hebben. De coöperatie is in de agrarische sector een veelvoorkomende rechtsfiguur.
Fusie
De zuivelonderneming was tot eind 2013 eigendom van DOC Kaas. Begin 2014 is de onderneming ‘los gekoppeld’ van de coöperatie en ondergebracht in een besloten vennootschap, met de coöperatie als enige aandeelhouder. Gespiegeld aan de wettelijke definitie van een coöperatieve vereniging: tot 1 januari 2014 oefende de coöperatie ten behoeve van haar leden een onderneming uit, vanaf 1 januari 2014 doet zij – als enig aandeelhouder van de besloten vennootschap – een onderneming uitoefenen.
Vervolgens is DOC Kaas – nadat de leden daarover in mei 2015 tijdens een bijzonder ledenvergadering hadden gestemd – rond 1 april 2016 gefuseerd met de Duitse zuivelgigant DMK GmbH. De aandelen in DOC Kaas b.v. werden overgedragen aan DMK, waarbij DOC Kaas ‘als tegenprestatie’ een belang van 10 % in DMK heeft verkregen en een ‘vergoeding’ 20 miljoen euro voor de aandelen, de transactiesom, tijdens het fusieproces ook wel de bruidsschat genoemd.
Na de fusie heeft DOC Kaas de transactiesom verdeeld onder de leden en aan hen uitgekeerd, naar rato van de gemiddeld door hen in de jaren 2013 tot en met 2015 geleverde hoeveelheid melk.
Beëindiging lidmaatschap
Overeenkomstig de in de statuten opgenomen regels, welke zien op beëindiging en opzegging van het lidmaatschap, heeft een groot aantal leden-melkveehouders het lidmaatschap met DOC Kaas opgezegd, hoofdzakelijk ingegeven door de overweging dat de fusie hen niet die hogere melkprijs heeft gebracht dan hetgeen zij daarvan meenden te kunnen verwachten.
Uittreedvergoeding en terugbetaling aandeel transactiesom
Leden-melkveehouders krijgen maandelijks het melkgeld uitbetaald. Aan het eind van het lidmaatschap heeft DOC Kaas bij het collectief op het aan hen nog toekomende melkgeld een forse inhouding toegepast.
De inhouding ziet enerzijds op de door DOC Kaas op basis van de statuten bij de vertrekkende leden in rekening gebrachte uittreedvergoeding. Een vergoeding welke in aan een melkveehouder in rekening wordt gebracht die het lidmaatschap aan het einde van het boekjaar heeft opgezegd met inachtneming van een relatief korte opzegtermijn; een opzegtermijn korter dan één jaar. Teneinde leden aan haar te binden is een coöperatieve vereniging gerechtigd om voorwaarden aan de beëindiging van het lidmaatschap te verbinden. De verschuldigdheid van een uittreedvergoeding bij einde lidmaatschap kan een dergelijke voorwaarde zijn. Opdat de vrijheid van uittreding niet op een ontoelaatbare wijze wordt beperkt, dient een uittreedvoorwaarde te voldoen aan wettelijke eisen en aan eisen die in rechtspraak zijn ontwikkeld. Zo dient een uittreedvoorwaarde een statutaire basis te hebben en dient een dergelijke voorwaarde in overeenstemming te zijn met doel en strekking van de coöperatie.
De inhouding ziet daarnaast op het gegeven dat DOC Kaas van mening is dat op de vertrekkende leden een verplichting rust het door hen ontvangen aandeel in de transactiesom terug te betalen. Nadat de leden over de fusie hebben gestemd, heeft DOC Kaas in het huishoudelijk reglement bepalingen opgenomen waaruit volgt dat leden de door hen ontvangen aandeel in de transactiesom dienen terug te betalen indien zij besluiten om het lidmaatschap voor 31 december 2018 te beëindigen. Feitelijk betekent dit, aldus de melkveehouders, dat dit een voorwaarde is die de vrijheid om uit te treden belemmert.
Bezwaar tegen inhouding
Het collectief kan zich niet verenigen met de door DOC Kaas toegepaste inhouding op het melkgeld. Zij hebben, middels tussenkomst van hun advocaat mr. G.D. te Biesebeek, DOC KAAS gedagvaard voor de rechtbank in Assen. Zij maken aanspraak op betaling van het achterstallige melkgeld.
De rechtbank heeft zich in de komende procedure (onder meer) te buigen over de vraagstelling of de door DOC Kaas toegepaste inhouding wel rechtmatig is. In het bijzonder heeft de rechtbank daarbij stil te staan bij de vraagstelling:
- Of DOC Kaas na de fusie nog wel is te kwalificeren als een coöperatieve vereniging, nu de melkveehouders zich op het standpunt stellen dat DOC Kaas als vereniging nog slechts een minderheidsbelang heeft in de onderneming en daardoor geen beslissende invloed meer kan uitoefenen op het beleid binnen deze onderneming. En uit de wet volgt dat alleen een coöperatie (financiële) voorwaarden aan een uittreding mag verbinden, zodat tevens ter beoordeling voorligt of DOC Kaas wel een uittreedvergoeding mocht berekenen en op het melkgeld mocht inhouden.
- Of de terugbetalingsverplichting van het aandeel in de transactiesom wel in overeenstemming is met het fusiebesluit.
- Of de in het huishoudelijk reglement opgenomen terugbetalingsverplichting van het aandeel in de transactiesom wel in overeenstemming is met de eisen die de wet en rechtspraak stelt aan uittreedvoorwaarden, nu dergelijke voorwaarden voor leden uit de statuten kenbaar en bepaalbaar dienen te zijn.
Eerdere procedure
De rechtsgeldigheid van de in het verleden door DOC Kaas in haar statuten opgenomen uittreedvoorwaarden , zijn eerder onderwerp van een gerechtelijke procedure tussen enerzijds voormalige leden-melkveehouders en anderzijds de coöperatie geweest. In het verleden had DOC Kaas in de statuten een bepaling opgenomen inhoudende, kort gezegd, dat vertrekkende leden een schadevergoeding moeten betalen waarvan de grondslagen nader in het huishoudelijk reglement zouden worden opgenomen. In deze procedure heeft de Hoge Raad bij arrest van 12 juni 2015 geoordeeld dat een dergelijke statutaire uittreedbepaling voldoet, nu de verplichting tot het betalen van een uittreedvergoeding voor leden uit de statuten voldoende kenbaar en bepaalbaar is, ook al ontbreekt de nadere uitwerking daarvan in het huishoudelijk reglement. Voor het arrest van de Hoge Raad, zie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2015:1601
Na verwijzing heeft het Gerechtshof ’s Hertogenbosch bij arrest van 8 november 2016 overwogen en geoordeeld dat DOC Kaas door het vertrek van een deel van haar leden-melkveehouders in 2007 geen schade had geleden, althans dat daarvan niet was gebleken, zodat er door DOC Kaas bij deze melkveehouders ten onrechte bij het einde van het lidmaatschap een inhouding op het melkgeld was toegepast. Voor het arrest van het Gerechtshof, zie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2016:4981
Ter rolzitting van 4 oktober 2017 zal de procedure bij de rechtbank worden aangebracht.
Voor meer informatie: mr. G.D. te Biesebeek, telnr. 038 4223020. Te Biesebeek Advocaten in Zwolle helpt u graag verder!