Door mr. Dinant te Biesebeek, advocaat
Een melkveehouder levert de melk aan de fabriek, de verwerker. De boer doet het werk. En daarmee is zijn taak en rol begrensd. De fabriek haalt de melk op, bepaalt de leveringsvoorwaarden, legt kostprijsverhogende voorschriften op en stelt eigenmachtig de melkprijs vast. Nagenoeg zonder inspraak en zonder zeggenschap van de veehouder. De veehouder vertrouwt erop dat hem de best mogelijke melkprijs wordt betaald.
De boer vertrouwt op een goede samenwerking met de verwerker waarbij het wederzijdse belang prioriteit heeft. Doch geleidelijk aan begint het beeld te kantelen en kijkt de boer ook met enig wantrouwen naar zijn afnemer. Houdt de afnemer nog wel rekening met zijn belang? Of is hij ondergeschikt en dient hij maar plichtsgetrouw te volgen? Wordt er geen misbruik gemaakt van zijn afhankelijkheidspositie? Wanneer komt er een einde aan de regeldrift? Er groeit twijfel bij de boer over de ‘gegoedheid’ van zijn afnemer. En niet zonder reden.
Trend
De afgelopen decennia is er een trend te bespeuren: een wedloop tussen zuivelverwerkers. Bij deze wedloop worden steeds verdergaande en steeds hogere eisen gesteld aan de bedrijfsvoering van een melkveehouder. Dit alles ter bevordering van een beter klimaat, milieu, kwaliteit, gezondheid en welzijn van de dieren, zo wordt gezegd. ‘Duurzaamheid’ is daarbij tegenwoordig het sleutelwoord. Daarmee kan men zich op de markt onderscheiden en zo is het eindproduct beter verkoopbaar, zo wordt de invoering van de voorschriften verkocht. Hoewel de melkprijs zich sinds jaar en dag op hetzelfde niveau beweegt, moet dit allemaal leiden tot een ‘plus op de melkprijs’.
Menigeen vraagt zich af: waar blijft de plus? Er is een groeiend besef dat er alleen maar een min is en dat de plus ver te zoeken is. De melkprijs blijft al decennia achter bij dat wat het zou moeten zijn.
De recente uitspraak van de rechtbank inzake DOC Kaas is aanleiding om ook een andere trend tegen het licht te houden. Er is sprake van een toenemend aantal dossiers waarbij melkveehouders moeten opkomen voor hun rechten, waarbij zij hun rechten jegens hun afnemer moeten veilig stellen en waarbij ze er alles aan moeten doen om niet nog verder in de hoek gedrukt te worden. Processen met telkens een positieve afloop voor de boer. Hieronder worden een aantal van deze procedures besproken.
KKM
Het begon aan het begin van deze eeuw met de verplichte invoering door de zuivelverwerkende industrie van de KKM (Keten Kwaliteit Melk). Een onderlinge afspraak tussen de zuivelverwerkers. Afhankelijke boeren werden gedwongen om zich te onderwerpen aan de borgingssystematiek; een systematiek met grotendeels alleen maar bovenwettelijke en kostprijsverhogende eisen welke aan de bedrijfsvoering werden gesteld. De onwillige boer werd op de melkprijs gekort met 2 cent per kg. De koppige boer werd met een nog hogere korting nog zwaarder gestraft. Dwang en geen keuze. Een alternatief was er niet, immers de zuivelindustrie had het onderling op elkaar afgestemd. Onderling afgestemd marktgedrag en een verboden kartelvorming. Diverse procedures bij de rechter waren nodig om dit beleid van de verwerkers een halt toe te roepen (zie bijvoorbeeld het vonnis van de rechtbank Assen).
En dan de procedures tegen de individuele verwerker, telkens opgestart door een collectief van melkveehouders. Met geen ander doel dan om waar voor hun geld te krijgen. In willekeurige volgorde:
DOC Kaas (1)
Het is een bekend gegeven: het gras bij een ander is altijd groener. Reden waarom er in 2006 ruim 100 melkveehouders afscheid namen van DOC Kaas en hun heil elders zochten. Aan het einde van het lidmaatschap werden de vertrekkende leden door DOC Kaas ‘getrakteerd’ op een forse uittreedvergoeding. Hen werd niet netjes gevraagd om deze vergoeding te betalen. Nee, het werd ‘zonder slag of stoot’ ingehouden op het melkgeld. De inhouding werd gestoeld op een onduidelijke bepaling in de statuten, welke DOC Kaas het recht zou geven op schadevergoeding. Ten onrechte. Een procedure was nodig om DOC Kaas te dwingen om de onrechtmatige inhouding ongedaan te maken en om aan melkveehouders ‘gewoon’ hun melkgeld uit te betalen. Scheelde toch weer 4 % van het gemiddelde melkgeld in de vijf daaraan voorafgaande jaren… Klik hier voor het vonnis in deze zaak.
Kaasmakerij Özgazi
Op 23 april 2019 doet de rechter uitspraak inzake Kaasmakerij Özgazi. Deze kwestie vertoont grote gelijkenis met die van Bel Leerdammer (hierna). Melkveehouders spreken via Delta-Milk met Kaasmakerij Özgazi een melkprijs af, zijnde dat de melkprijs gelijk is aan de melkprijs die CONO-Kaas aan haar leden betaalt. De afspraak ziet op de jaren 2007/2009. De boeren zijn van mening dat de afnemer te weinig betaalt, spreken haar aan op een nabetaling en dan, wanneer deze uitblijft, wordt het oordeel van de rechter gevraagd. Özgazi laat het ledengeld van CONO-kaas buiten de berekening én betaalt deze niet uit. De rechter wikt, weegt en oordeelt: ‘de melkveehouders mochten er gerechtvaardigd op vertrouwen dat de ledentoeslag tot de te betalen melkprijs behoorde’ en veroordeeld Özgazi tot een ‘nabetaling’ van € 0,25 per 100 kg. (welk bedrag door de vervallen rente nog een keer ‘over de kop is gegaan’). Het vonnis vindt u hier.
Bel Leerdammer
Bij Bel Leerdammer vormt de boer het sluitstuk van de begroting. Eerst komt de aandeelhouder en dan pas – als er nog wat overblijft – de boer. Hoewel de Bel Groep jaar in, jaar uit een winst maakt van telkens meer dan 200 miljoen euro, kost het Bel Leerdammer moeite om de afspraken over de melkprijs na te komen. Beloftes en toezeggingen worden niet nagekomen. Zo moet de rechter er aan te pas komen om Bel Leerdammer over de jaren 2007/2009 te dwingen om de melkveehouders, die het aandurven om een proces te beginnen en daarmee hun kop boven het maaiveld uitsteken, een ‘nabetaling’ te doen.
En dan komt de ‘melkprijspolitiek’ van 2010/2015. Bel Leerdammer doet de boeren een toezegging, welke er kort gezegd op neerkomt dat voor bepaling van haar melkprijs zal gelden: ‘het gewogen gemiddelde van een viertal referentiebedrijven’, de referentieprijs. Tot de referentiebedrijven behoren ook de coöperaties CONO, DOC Kaas en FrieslandCampina. Die kennen ledengeld. ‘Het ledengeld wordt meegenomen in de berekening van de referentieprijs en wordt ook uitbetaald’, zo wordt de Bel Leerdammer boer telkens toegezegd en voorgerekend. En inmiddels blijkt dat Bel Leerdammer het ledengeld nu juist niet heeft meegenomen in haar melkprijs én dus ook niet heeft uitbetaald. Een proces van 313 leveranciers is nodig om Bel Leerdammer te bewegen tot een nabetaling. En de rechtbank oordeelt: ‘onder de gegeven omstandigheden mochten de melkveehouders verwachten dat het ledengeld onderdeel was van de referentieprijs’. De vordering tot nabetaling is in beginsel toewijsbaar. Er is weliswaar hoger beroep ingesteld, doch er is weinig fantasie voor nodig om vast te stellen dat Bel Leerdammer gebonden is aan gemaakte afspraken. Inmiddels wacht een collectief van 468 aangemelde melkveehouders op betaling van het afgesproken melkgeld. Omgerekend: per 100 kg., 3 cent in 2010 oplopend naar 2,63 euro in 2015. Een vordering van bijna 30 miljoen (!) euro, welke jaarlijks toeneemt met een rentevergoeding van 8 %. Tel uit je winst. Het (tussen)vonnis van de rechtbank Rotterdam vindt u hier.
DOC Kaas (2)
Kennelijk niets geleerd van het eerste proces, gaat DOC Kaas weer in de fout. In mei 2015 wordt er door de leden gestemd over de fusie met DMK. De leden stemmen massaal voor. Dat is niet zo gek: er wordt hen een betere melkprijs beloofd én er valt een transactiesom van 20 miljoen euro onder de leden te verdelen. Na de fusie wordt de transactiesom verdeeld, zoals beloofd. Doch de beloofde betere melkprijs blijft uit. Er wordt aan de leden getrokken. Er stappen leden op. Er dreigen er nog veel meer op te stappen. Om ‘de kudde bij elkaar te houden’ bedenkt men bij DOC Kaas de regel dat leden tot en met 2018 loyaal aan DOC Kaas dienen te blijven, zo niet dan wordt het eerder uitgekeerde aandeel in transactiesom weer op het melkgeld ingehouden. Leden (die al onder kostprijs produceren) kunnen zo geen kant op. Dit is onrechtmatig, oordeelt de rechter onlangs met zoveel woorden in een proces van 63 voormalige leden-melkveehouders. Uitbetalen van het melkgeld, zonder inhouding en/of korting is het devies. Scheelt weer 2,2 cent per kg.
Lees ook: Uitspraak Rechtbank Assen: voormalige leden-melkveehouders van DOC Kaas hebben recht op fusiebonus
CONO-Kaas
En dan hebben we tot slot nog het proces van de ‘acht kritische CONO-boeren’. Boeren die het gevoel hebben dat zij niet door hun coöperatie worden gehoord. Leden die het gevoel bekruipt dat er nooit een einde komt aan de steeds hogere eisen die hen opgelegd worden zonder dat dit zich vertaalt in een hogere melkprijs. Bovenwettelijke eisen, voorschriften die de ondernemingsvrijheid aantasten en die zelfs in veel gevallen zover van de melkproductie afstaan dat ze daar ook geen enkele invloed op hebben. Boeren die willen dat de wapenwedloop stopt óf dat ze voor hun inspanningen en investeringen eindelijk eens een keer worden beloond. Het grenst aan oneerlijke handelspraktijken. Het gaat mogelijk zelfs over deze grens heen. De mondelinge behandeling heeft onlangs bij de meervoudige kamer van de rechtbank in Haarlem plaats gevonden. Het verloop van de zitting geeft vertrouwen in een goede afloop en zal mogelijk een aanzet geven tot een ‘plus op de melkprijs’…
Plus op de melkprijs
De vraag dringt zich op wie of wat er nu uiteindelijk zorg draagt voor een plus op de melkprijs. Ook dringt de vraag zich op of het vertrouwen van de boer niet keer op keer op de proef wordt gesteld. Hoewel de boer van nature ver af staat van de rechtbank en van juridische procedures, is er een bedenkelijke ontwikkeling te bespeuren waarbij de boer geen keuze heeft en gedwongen wordt om zijn positie, zijn toekomst, de levensvatbaarheid van zijn bedrijf via de rechter veilig te stellen. U mag zelf beoordelen of dit een trieste ontwikkeling is.
Advocaat melkprijs en agrarisch recht
Wordt u ook met een dergelijke situatie geconfronteerd? Of heeft u ten aanzien van het aan u uitgekeerde melkgeld het idee ‘dat er iets niet klopt’? Neem dan vrijblijvend contact op met mr. G.D. (Dinant) Te Biesebeek van Te Biesebeek Advocaten in Zwolle. Ook voor vragen of meer informatie over bovengenoemde procedures kunt u bij mr. Te Biesebeek terecht.
Lees meer: