Op 10 december 2013 hebben voormalige leden van de zuivelcoöperatie DOC Kaas in Hoogeveen cassatieberoep ingesteld van de uitspraken van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 oktober 2012 en van 10 september 2013.
In 2007 hebben ongeveer 125 melkveehouders het lidmaatschap van de cooperatie opgezegd. DOC Kaas had in de statuten een uittreedregeling opgenomen. Bij opzegging van het lidmaatschap, met een opzegtermijn van drie maanden, is elk lid een vergoeding verschuligd voor de door DOC Kaas ten gevolge van de opzegging te lijden schade. De grondslagen van de schadevergoeding zouden worden uitgewerkt in een huishoudelijk reglement hetgeen ten tijde van de opzegging nog niet het geval was. De schadevergoeding heeft DOC Kaas ingehouden op en verrekend met het aan de opzeggende leden verschuldigde melkgeld.
De vertrekkende leden hebben bezwaar gemaakt: wegens het ontbreken van een nadere uitwerking in het huishoudelijk reglement ontbreekt een legitieme basis voor het berekenen van enig bedrag ten titel van schadevergoeding, terwijl DOC Kaas door het vertrek van een aantal leden ook geen schade heeft geleden, zo was de stelling van de melkveehouders.
DOC Kaas heeft gesteld dat zij door het vertrek schade heeft geleden doordat er sprake was van – door de afname van de melkaanvoer – ‘minder dekking vaste kosten’ en doordat zij duurdere melk heeft moeten bijkopen.
Eerste aanleg
De opzeggende leden hebben de bijstand ingeroepen van mr. G.D. te Biesebeek en DOC Kaas in rechte op uitbetaling van het ingehouden melkgeld aangesproken. Bij vonnis van de rechtbank Assen zijn de melkveehouders in het gelijk gesteld en is hun vordering integraal toegewezen: wegens het ontbreken van een goede regeling in de statuten kon DOC Kaas geen aanspraak maken op schadevergoeding
Lees hier het vonnis van de rechtbank.
Hoger Beroep
DOC Kaas heeft vervolgens hoger beroep ingesteld. In hoger beroep heeft het gerechtshof – anders de rechtbank – geoordeeld dat zij wel aanspraak kon maken op schadevergoeding. De omvang hiervan is in het eindarrest vervolgens gesteld op een bedrag welke bij benadering overeen kwam met 50 % van het door DOC Kaas gevorderde bedrag.
Lees hier de arresten van het gerechtshof: tussenarrest; eindarrest.
Cassatieklachten
Tegen de uitspraken van het gerechtshof zijn een aantal cassatieklachten geformuleerd:
– in de statuten is geen geldige uittreedregeling opgenomen, zodat de vertrekkende leden ten onrechte een schadebedrag in rekening is gebracht;
– voorzover al schadevergoeding verschuldigd is, is de omvang van de schade niet op juiste wijze vastgesteld en is het hof ongemotiveerd voorbij gegaan aan essentiële door de melkveehouders opgeworpen stellingen waaruit – bij toetsing – volgt dat er geen schade is geleden (er was voldoende melk voor een lagere prijs aan te kopen op de spotmarkt, eventueel schade is niet een gevolg van een beperking in de aanvoer van melk maar een gevolg van een afnemende afzetmarkt, in 2008 is zelf meer en niet minder melk aangevoerd dan in 2007, het hof vergelijkt verschillende melkstromen met elkaar, het hof heeft zijn beslissing gemotiveerd met niet door partijen gestelde feiten etc).
Naar verwachting zal het nog ongeveer twee jaar duren voordat het bekend is of de Hoge Raad de beslissingen van het hof wel of niet in stand laat.