Rechtbank geeft DOC Kaas bewijsopdracht: mocht zij bij vertrekkende leden het na de fusie met DMK uitgekeerde aandeel in transactiesom op het melkgeld inhouden?
Op 17 april 2019 heeft de rechtbank in Assen een tussenuitspraak gedaan in de procedure welke in september 2017 door een 63-tal voormalige leden-melkveehouders tegen Zuivelcoöperatie DOC Kaas in Hoogeveen is opgestart.
De melkveehouders maken aanspraak op achterstallig melkgeld. Bij einde lidmaatschap heeft DOC Kaas bij hen op het melkgeld de statutaire uittreedvergoeding in mindering gebracht. Daarnaast is op het melkgeld het eerder uitgekeerde aandeel in de transactiesom, in 2016 beschikbaar gekomen na de fusie met DMK in Duitsland, ingehouden. Verder heeft DOC Kaas de vertrekkende leden in december 2016 één cent per kg. melk minder uitbetaald dan hetgeen zij aan de blijvende leden heeft uitgekeerd.
Fusie DMK
In april 2016 is DOC Kaas gefuseerd met de Duitse zuivelgigant DMK. Bij de fusie heeft DOC Kaas haar aandelenbelang in haar zuivelfabriek in Hoogeveen, een dochtervennootschap zijnde de besloten vennootschap DOC Kaas b.v., overgedragen aan DMK GmbH. In ruil daarvoor heeft DOC Kaas een zeggenschap gekregen van 10 % in de overkoepelende organisatie en is aan haar een bedrag uitgekeerd van € 20 miljoen, de transactiesom.
De reden van de fusie was het in de toekomst bereiken van een stabiele en marktconforme melkprijs voor de leden.
Nadat een aantal jaren daarvoor eerder fusieplannen van DOC Kaas waren afgeketst, hebben de leden tijdens een algemene ledenvergadering op 21 mei 2015 vóór de fusie met DMK gestemd. Daarbij is uitgedragen dat de transactiesom bij een geslaagde fusie zou worden uitgekeerd aan de leden, naar rato van de hoeveelheid door een ieder in de jaren daarvoor geleverde melk. Een aanvulling op de structureel niet kostendekkende melkprijs. Het aandeel in de transactiesom werd al snel aangeduid als de ‘bruidsschat’ en door leden beschouwd als een vergoeding voor het kapitaal ‘in de dode hand’.
Vertrek leden
De fusie met DMK bracht een groot aantal leden-melkveehouders niet datgene wat zij daarvan hadden verwacht en hadden gehoopt. Dit had tot gevolg dat een omvangrijk aantal melkveehouders besloten om het lidmaatschap met DOC Kaas op te zeggen en om hun melk elders af te zetten.
Evenwel werden de vertrekkende leden geconfronteerd met een inhouding op het door DOC Kaas verschuldigde melkgeld. Bij leden die het lidmaatschap reglementair, doch met een korte opzegtermijn, beëindigden werd een op de statuten gebaseerde uittredingsvergoeding berekend van 4 % van het gemiddelde melkgeld van de vijf voorgaande jaren. Daarnaast werd op het melkgeld het eerder aan hen uitgekeerde aandeel in de transactiesom ingehouden, volgens DOC Kaas gerechtvaardigd op basis van een bepaling in het vanaf 1 januari 2016 van kracht zijnde huishoudelijk reglement. Tot slot werd aan de per 1 januari 2017 vertrekkende leden een cent per kg. minder voor de in december geleverde melk betaald.
Proces
De vertrekkende leden konden zich niet verenigen met de door DOC Kaas op het melkgeld toegepaste inhouding en met de, in hun ogen toegepaste ‘prijs discriminatie’ betreffende het melkgeld van december 2016 en hebben daartegen bezwaar gemaakt.
Een 63-tal voormalige leden laat zich bijstaan door Te Biesebeek Advocaten in Zwolle. Nadat aanvankelijk een in kort geding gevorderde voorziening van de melkveehouders werd afgewezen, hebben zij vervolgens hun vorderingen in een bodemprocedure ter toetsing voorgelegd aan de rechtbank in Assen.
Tussenvonnis
Op 17 april 2019 wijst de rechtbank een tussenvonnis en komt, kort gezegd, tot de volgende beslissingen.
- Statutaire uittreedvergoeding
De melkveehouders hebben zich op het standpunt gesteld dat DOC Kaas na de fusie geen coöperatieve vereniging meer is. Een van de kenmerken van een coöperatieve vereniging is dat deze ten behoeve van haar leden een onderneming uitoefent. Daarin dient de coöperatie een meerderheidsbelang te hebben, hetgeen naar het oordeel van de ex-leden na de fusie niet meer het geval is. “En als DOC Kaas geen coöperatie meer is, dan mag zij ook niet de voor de coöperatie geldende regels – zoals het vaststellen van een uittreedvergoeding – toepassen”, aldus Dinant te Biesebeek, de advocaat van de melkveehouders.
De rechtbank deelt deze opvatting niet, volgt een formele benaderingswijze en zegt kort gezegd: ‘eens een coöperatie, altijd een coöperatie’. De rechtbank kondigt aan dat zij de hierop gebaseerde vordering van de boeren bij eindvonnis zal afwijzen.
Dit oordeel van de rechtbank zal mogelijk te zijner tijd, na eindvonnis, in hoger beroep ter toetsing aan het Hof worden voorgelegd. “Het is mij bekend dat een aantal vooraanstaande rechtsgeleerde professoren ietwat genuanceerd naar deze problematiek kijken”, aldus Te Biesebeek.
- Terugbetalingsverplichting uitgekeerd aandeel transactiesom (bruidsschat)
Voor wat betreft de naar hun oordeel onrechtmatige inhouding op het melkgeld van het uitgekeerde aandeel van de transactiesom, zijn de melkveehouders voor meerdere ankers gaan liggen.
Ten eerste hebben zij gesteld dat het hen ten tijde van de stemming over de fusie bekend was dat bij een geslaagde fusie een bedrag van € 20 miljoen onder de leden werd verdeeld doch dat men toen niet bekend was met de later op 1 januari 2016 door DOC Kaas in het huishoudelijk reglement opgenomen voorwaarde dat men dan wel lid van de coöperatie moest blijven.
De rechtbank oordeelt op dit punt als volgt. DOC Kaas kan zich niet verschuilen achter het huishoudelijk reglement. Dit reglement is vastgesteld door de ledenraad, een afspiegeling van de leden, en derhalve niet door alle leden gezamenlijk. Over de fusie is tijdens een bijzondere algemene ledenvergadering op 21 mei 2015 gestemd, derhalve door alle leden. Nu de melkveehouders dat gemotiveerd hebben ontkend, heeft de Rechtbank DOC Kaas belast met het bewijs van haar stelling dat de melkveehouders uiterlijk ten tijde van de stemming over de fusie bekend waren met de voorwaarde dat alleen die melkveehouders die lid blijven recht hebben op een aandeel in de transactiesom. Was dat toen niet bekend, dan zou er later, bij vaststelling van het huishoudelijk reglement, op ongeoorloofde wijze zijn afgeweken van het fusiebesluit waarover alle leden hebben gestemd.
Indien DOC Kaas het verlangde bewijs niet kan leveren is het voorzienbaar dat de rechtbank bij eindvonnis dit onderdeel van de vordering van de melkveehouders zal toewijzen. Dit bedraagt ongeveer 2/3 van hun totale vorderingen.
Overigens hebben de melkveehouders zich ook op het standpunt gesteld dat de in het huishoudelijk reglement opgenomen terugbetalingsverplichting in strijd is met wettelijke voorschriften omtrent uittreed belemmerende bepalingen. Dit bezwaar van de melkveehouders tegen de inhouding op het melkgeld heeft de rechtbank nog niet in haar overwegingen betrokken.
- Gelijkheidsbeginsel
Tot slot oordeelt de rechtbank over het feit dat de vertrekkende leden in december 2016 voor hun melk één cent per kg. minder hebben ontvangen dan hetgeen aan de blijvende leden is betaald. Dit is naar het oordeel van de rechtbank in strijd met het gelijkheidsbeginsel, welke geldt voor leden van een vereniging. Het feit dat het prijsverschil is gefinancierd met de bij de vertrekkende leden reeds ingehouden uittreedvergoeding, zoals DOC Kaas in de procedure stelde, maakt dat niet anders, aldus de rechtbank. Aangekondigd wordt dat de rechtbank dit onderdeel van de vordering van de melkveehouders bij eindvonnis zal toewijzen.
Vervolg
De procedure is aangehouden teneinde DOC Kaas de gelegenheid te geven invulling te geven aan de bewijsopdracht. Zij kan daartoe schriftelijke bewijsstukken in het geding brengen en of getuigen doen horen.
Stuiting van verjaring
Afgelopen jaren hebben ruim 300 melkveehouders afscheid genomen van DOC Kaas. Voormalige leden-melkveehouders van DOC Kaas bij wie op het melkgeld ook de uittreedvergoeding is ingehouden of aan wie ook het aandeel transactiesom is ingehouden (of zelfs niet eens is uitgekeerd) wordt in overweging gegeven om aanspraak te maken op hun vordering, om de lopende verjaringstermijn van deze vordering te stuiten en om aanspraak te maken op eventueel achterstallig melkgeld en op de daarover te berekenen wettelijke handelsrente.
Informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Te Biesebeek Advocaten in Zwolle.