Het mooie weer is aangebroken. Menig werknemer droomt over zijn vakantie en vakantiebestemming. Maar hoe zit het eigenlijk ook alweer met het opnemen van vakantiedagen? In de wet, arbeidsovereenkomst of CAO is het nodige geregeld over de vakantierechten van een werknemer. Hieronder een korte samenvatting.
Aanspraak
Uitgangspunt is dat de werknemer over ieder jaar waarin hij gedurende de volledig overeengekomen arbeidsduur recht op loon heeft gehad, aanspraak op vakantie heeft. Over de periode waarin de werknemer geen recht op loon heeft gehad, bouwt de werknemer (uitzonderingen daargelaten) ook geen vakantie op. Tijdens ziekte bouwt de werknemer dus gewoon vakantie op, omdat de werknemer tijdens ziekte recht heeft op doorbetaling van loon.
De opgebouwde vakantie, uitgedrukt in uren, bedraagt ten minste vier keer het aantal overeengekomen uren per week. De werknemer met een overeengekomen arbeidsduur van 40 uur per week heeft dus recht op ten minste 160 uur vakantie per jaar (wettelijke vakantie). Al hetgeen de werknemer meer krijgt aan vakantie, wordt ook wel bovenwettelijke vakantie genoemd.
Opnemen van vakantie
De werkgever is verplicht de werknemer ieder jaar in de gelegenheid te stellen de opgebouwde vakantie op te nemen. Tenzij anders is overeengekomen (bijvoorbeeld bij CAO), stelt de werkgever de vakantie van de werknemer vast overeenkomstig de wensen van de werknemer. Alleen als gewichtige redenen zich daartegen verzetten, heeft de werkgever het recht om van de wensen van de werknemer af te wijken. De werknemer moet in staat worden gesteld om ten minste één keer twee aaneengesloten weken opgebouwde vakantie of twee keer één week opgebouwde vakantie op te nemen.
Aanwijzen van vakantie
In sommige gevallen heeft de werkgever het recht om bepaalde dagen waarop niet is gewerkt als vakantie aan te merken (bijvoorbeeld in geval van ziekte). Door de aanwijzing van vakantie mag de werknemer niet onder het wettelijke minimum komen.
Ziek tijdens vakantie
Indien de werknemer tijdens zijn vakantie ziek wordt, gelden die dagen – tenzij anders is overeengekomen – niet als vakantie. De werknemer moet zich dan uiteraard wel tijdig ziek melden bij de werkgever en de daarvoor geldende regels en instructies in acht nemen en opvolgen.
Verval / Verjaring van vakantie
De wettelijke vakantie (het wettelijk minimum) vervalt zes maanden na ommekomst van het jaar waarin de vakantie is opgebouwd. Dit is anders wanneer de werknemer tot dat moment redelijkerwijs niet in staat is geweest vakantie op te nemen of wanneer bij schriftelijke overeenkomst van deze vervaltermijn wordt afgeweken. De bovenwettelijke vakantie (al hetgeen boven het wettelijk minimum uitkomt) verjaart pas na ommekomst van vijf jaar. De werknemer doet er verstandig aan om de opgenomen vakantie eerst af te boeken van de wettelijke vakantie en pas daarna van de bovenwettelijke vakantie. Niet opgenomen vakantie kunnen tijdens de arbeidsovereenkomst alleen aan de werknemer uitbetaald worden, indien de werkgever daarmee instemt. Alleen aan het einde van de arbeidsovereenkomst is die instemming van de werkgever niet nodig. Indien aan het einde van de arbeidsovereenkomst nog vakantie ‘openstaat’, heeft de werknemer recht op uitbetaling van die niet genoten vakantie.
Neem voor meer informatie gerust contact op met Te Biesebeek Advocaten in Zwolle.