Werktijdverkorting is een regeling waardoor een werkgever bij de overheid een vergunning kan aanvragen om de werktijd van het personeel in te korten, omdat de werkgever door bijzondere omstandigheden minder werk voor zijn personeel heeft. Het coronavirus is een voorbeeld van een dergelijke omstandigheid.
Voordat we meer toelichten over de regeling tot werktijdverkorting, behandelen wij eerst enkele actuele vragen ten aanzien van deze regeling.
Is het nog mogelijk werktijdverkorting aan te vragen?
Het is niet meer mogelijk werktijdverkorting aan te vragen. Omdat veel ondernemers een beroep op de regeling hebben gedaan, heeft de overheid de regeling ingetrokken en vervangen door de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW). De overheid heeft de NOW ingevoerd om meer werkgevers financieel tegemoet te kunnen komen en dit sneller te kunnen doen.
Meer informatie over de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud leest u hier
Is uw huidige vergunning voor werktijdverkorting nog geldig?
Indien u al een vergunning voor werktijdverkorting heeft verkregen, blijft deze geldig. Na afloop van de vergunning is het niet mogelijk deze te verlengen. U dient dan een aanvraag in te dienen voor de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud.
Heeft u een aanvraag voor werktijdverkorting ingediend, maar nog geen reactie ontvangen?
In het geval u een aanvraag voor werktijdverkorting heeft ingediend, maar u hier nog geen reactie op heeft ontvangen, dan wordt uw aanvraag beschouwd als een aanvraag voor de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud. U zult hierover bericht van de betrokken instantie ontvangen.
Werktijdverkorting in het algemeen
Zoals eerder aangegeven betreft de regeling van de werktijdverkorting een regeling waarbij een werkgever de werktijd van zijn personeel kan verkorten. Dit is alleen mogelijk wanneer een werkgever minimaal 20% minder werk heeft gedurende een periode van 2 tot 24 weken. Op een aanvraag van de werkgever dient door het ministerie SZW te worden beslist.
Een vergunning wordt voor maximaal 6 weken afgegeven. Mocht de situatie in deze periode niet zijn verbeterd, dan kan de werkgever een verzoek tot verlenging van de werktijdverkorting indienen. Indien de situatie niet is verbeterd kan de werktijdverkorting met 6 weken worden verlegd, tot maximaal 4 periodes, aldus 24 weken.
Door de werktijdverkorting worden de niet gewerkte uren voor 70% vergoed door het UWV.
Voor wie en hoeveel?
Een werkgever kan alleen werktijdverkorting aanvragen voor werknemers waarvoor een loondoorbetalingsverplichting geldt. Voor werknemers met een nulurencontract (oproepkrachten) en uitzendkrachten geldt deze regeling niet.
Het aantal uren waarvoor werktijdverkorting kan worden aangevraagd is afhankelijk van het verlies aan benodigde arbeidsuren. De werktijdverkorting kan gelden voor een aantal uren per week of zelfs voor het volledige aantal uren van een werknemer per week.
Gevolgen voor werknemers
In geval van werktijdverkorting blijft de werknemer in dienst bij de werkgever, maar de werknemer werkt minder. De werkgever ontvangt voor de uren dat minder wordt gewerkt een vergoeding van 70% van het UWV. De werkgever zal voor deze uren aldus in ieder geval 70% aan de werknemer uitbetalen. Het is aan de werkgever om dit bedrag aan te vullen of niet. Het is mogelijk dat werknemers hierdoor minder inkomen ontvangen.
De werkgever dient zich in de periode van werktijdverkorting in te spannen voor het aanbieden van scholing aan de werknemers. De werkgever kan een werknemer in bepaalde gevallen zelfs verplichten om deel te nemen aan scholing.
Aan het begin van de periode van werktijdverkorting bestaat voor de werknemer geen sollicitatieplicht. Wanneer de werktijdverkorting geldt voor het volledige aantal uren dat een werknemer werkt, aldus dat de werknemer niet meer aan het werk is, en de werkgever verlenging van de werktijdverkorting aanvraagt, ontstaat na afloop van de eerste periode van de werktijdverkorting een sollicitatieplicht voor de werknemer.
Mocht een werknemer na de werktijdverkorting zijn of haar baan verliezen, dan kan de werknemer een WW-uitkering aanvragen. Mocht de werknemer in de periode van de werktijdverkorting in het geheel niet hebben gewerkt, dan bestaat de kans dat de duur van de WW-uitkering korter is.
Uit het bovenstaande blijkt dat de regeling voor werktijdverkorting nadelige gevolgen voor werknemers kan hebben. De tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW) is voor werknemers gunstiger.
Advocaat werktijdverkorting
Heeft u vragen over de werktijdverkorting of de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud? Wilt u als werkgever weten of u aanspraak op een van deze regelingen kunt maken of heeft uw werkgever een dergelijke regeling aangevraagd? Neem dan vrijblijvend contact op met onze specialisten op het gebied van het arbeidsrecht. De advocaten van Te Biesebeek Advocaten in Zwolle kunnen u voorzien van een goed en helder advies.