Het is een hele tijd trending geweest (en misschien nog wel) om een arbeidsovereenkomst in te wisselen voor een ZZP-overeenkomst. Personen die eerst krachtens een arbeidsovereenkomst werkzaam waren voor een werkgever, blijven dezelfde werkzaamheden voor de ‘voormalige’ werkgever verrichten, maar dan krachtens een ZZP-overeenkomst (overeenkomst van opdracht). De situatie van werkgever / werknemer wordt omgezet naar een situatie van opdrachtgever / opdrachtnemer.
Vaak is de grens tussen een ZZP-overeenkomst en een arbeidsovereenkomst niet duidelijk te trekken. Dit blijkt ook uit een arrest van de Hoge Raad van 6 november 2020. In deze blog leest u meer over het verschil tussen een arbeidsovereenkomst en overeenkomst van opdracht. Vervolgens wordt nader ingegaan op het arrest van de Hoge Raad en de gevolgen daarvan.
Verschil arbeidsovereenkomst / ZZP-overeenkomst
In de wet is vastgelegd dat een arbeidsovereenkomst aan een viertal criteria moet voldoen. Er moet sprake zijn van een overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt (1) in dienst van de andere partij, de werkgever, (2) tegen loon (3) gedurende zekere tijd (4) arbeid te verrichten. Het element ‘in dienst van de andere partij’ veronderstelt een zogeheten ‘gezagsverhouding’. En daarin verschilt de arbeidsovereenkomst van de ZZP-overeenkomst van opdracht.
De overeenkomst van opdracht is – net als de arbeidsovereenkomst – ook een overeenkomst waarbij de ene partij, de opdrachtnemer, zich verbindt jegens de andere partij, de opdrachtgever, werkzaamheden te verrichten, maar dan zonder de in de wet verankerde gezagsverhouding en zonder de verplichting om de arbeid persoonlijk te verrichten. Anders gezegd, de opdrachtnemer is binnen het kader van de gegeven opdracht vrij om naar eigen inzicht invulling te geven aan de werkzaamheden, zelfs als dat betekent dat de opdrachtnemer zich laat vervangen door een ander.
Jurisprudentie: bedoeling van partijen is niet langer leidend
Tot voor kort speelde de bedoeling van partijen een belangrijke rol bij de beoordeling of een overeenkomst aangemerkt moest worden als een arbeidsovereenkomst of een ZZP-overeenkomst. Als partijen de bedoeling hadden om bijvoorbeeld een ZZP-overeenkomst te sluiten, dan werd daar door rechters ernstig rekening mee gehouden bij de vraag hoe die overeenkomst gekwalificeerd moest worden. De betekenis van de partijbedoeling is terug te voeren op het arrest van de Hoge Raad van 14 november 1997, waarin de Hoge Raad heeft overwogen:
‘De rechtbank heeft (…) beschouwd of tussen partijen een arbeidsovereenkomst als bedoeld in art. 7A:1637a (oud) BW heeft bestaan. De rechtbank heeft (…) deze vraag beoordeeld aan de hand van de feiten en omstandigheden van het geval, waarbij zij doorslaggevende betekenis heeft toegekend aan de vraag of partijen totstandkoming van een arbeidsovereenkomst hebben beoogd. Hiermee heeft de rechtbank kennelijk en terecht tot uitgangspunt genomen dat partijen die een overeenkomst sluiten die strekt tot het verrichten van werk tegen betaling, deze overeenkomst op verschillende manieren kunnen inrichten, en dat wat tussen hen heeft te gelden wordt bepaald door hetgeen hun bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stond, mede in aanmerking genomen de wijze waarop zij feitelijk aan de overeenkomst uitvoering hebben gegeven en aldus daaraan inhoud hebben gegeven. Aan de hand van de op deze wijze vastgestelde inhoud van de overeenkomst kan de rechter vervolgens bepalen of de overeenkomst behoort tot een van de in de wet geregelde bijzondere overeenkomsten.’
Uit het bovenstaande blijkt dat veel gewicht toekwam aan hetgeen partijen voor ogen hadden. Inmiddels is Hoge Raad hierop teruggekomen. Bij arrest van 6 november 2020 heeft de Hoge Raad bepaald dat de bedoeling van partijen er bij de kwalificatie van de overeenkomst niet toe doet. Indien de inhoud van de overeenkomst voldoet aan de omschrijving die de wet aan de arbeidsovereenkomst geeft, moet de overeenkomst aangemerkt worden als een arbeidsovereenkomst.
De partijbedoeling is echter niet geheel overboord gezet. De Hoge Raad heeft in het meest recente arrest bepaald dat de partijbedoeling wel een rol speelt bij de vraag welke (afzonderlijke) rechten en verplichtingen partijen zijn overeengekomen. Maar voor de kwalificatie van de overeenkomst (arbeidsovereenkomst of ZZP-overeenkomst) speelt de bedoeling van partijen niet langer een rol.
Gevolgen arrest Hoge Raad
Door het arrest van de Hoge Raad wordt bij de kwalificatie van een arbeidsovereenkomst of ZZP-overeenkomst niet langer gekeken naar wat partijen bedoeld hebben. Zelfs wanneer partijen een overeenkomst nadrukkelijk kwalificeren als een arbeidsovereenkomst of een ZZP-overeenkomst, betekent dat nog niet dat die overeenkomst ook zo moet worden gekwalificeerd.
Waar het op aankomt, is of de (afzonderlijke) rechten en verplichtingen al dan niet vallen binnen het bereik van de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst. Als dat wel zo is, dan is die overeenkomst, ook als die overeenkomst door partijen nadrukkelijk als ZZP-overeenkomst is gekwalificeerd, een arbeidsovereenkomst (met alle rechten en verplichtingen van dien).
Het probleem wat zich in een dergelijke situatie voor doet is dat partijen langere tijd een andere samenwerking voor ogen hebben gehad en volgens de hierop van toepassing zijnde regels hebben gehandeld. Zo kan een opdrachtnemer bijvoorbeeld voor meerdere opdrachtgevers werken, zelf de werktijden indelen of vakantie opnemen wanneer het hem uit komt. Na de kwalificering als arbeidsovereenkomst kunnen dit soort zaken veranderen, maar geniet de werknemer ook de wettelijke beschermingen.
Advocaat ZZP-overeenkomst
Zoals u leest kan er veel veranderen in het geval een ZZP-overeenkomst wordt aangemerkt als een arbeidsovereenkomst. In het geval beide partijen het erover eens zijn dat zij een ZZP-overeenkomst (van opdracht) wensen te sluiten, is het van belang de gemaakte afspraken helder en concreet vast te leggen, waarbij onder andere wordt opgenomen dat er geen sprake is van een gezagsverhouding. Door het opnemen van de juiste bepalingen kan worden voorkomen dat de overeenkomst van opdracht -tegen de wil van partijen in- als arbeidsovereenkomst wordt gekwalificeerd.
Wilt u weten of de door u gesloten overeenkomst als een ZZP- of arbeidsovereenkomst kwalificeert? Of wilt u meer informatie over het laten opstellen van een ZZP-overeenkomst? Neem dan vrijblijvend contact op met de specialisten van Te Biesebeek Advocaten in Zwolle. Onze advocaten op het gebied van arbeids- en contractenrecht kunnen u voorzien van een goed advies en helpen u graag bij het opstellen van een overeenkomst.