De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State is de hoogste algemene bestuursrechter in Nederland. Zij doet uitspraken over geschillen tussen burgers en de overheid en over geschillen tussen overheden onderling. Naast de Afdeling Bestuursrechtspraak zijn er nog meer hoogste rechters op het gebied van het bestuursrecht in Nederland. Die behandelen echter andere bestuursrechtelijke onderwerpen. Bijvoorbeeld de Centrale Raad van Beroep (sociaal zekerheidsrecht en ambtenarenrecht), het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (economisch recht) en de Hoge Raad (belastingrecht).
Wat is de grondentrechter?
De Afdeling Bestuursrechtspraak hanteerde als enige van deze rechters nog de zogenaamde “grondentrechter”. Wat is nu de grondentrechter? Eenvoudig gezegd houdt dit in dat bezwaren (zogenaamde gronden) die voor het eerst in hoger beroep worden aangevoerd door de rechter buiten beschouwing worden gelaten omdat dit te laat is. Dat betekent dus dat in hoger beroep geen nieuwe argumenten meer kunnen worden aangevoerd die nog niet eerder in de procedure ter sprake waren gebracht. De andere hoogste bestuursrechters (zoals gezegd: de Centrale Raad van Beroep, het College van Beroep voor het Bedrijfsleven en de Hoge Raad) pasten deze grondentrechter echter al geruime tijd niet meer toe.
Reden: eenheid tussen hoogste bestuursrechters
In twee uitspraken van 9 februari 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:362 en ECLI:NL:RVS:2022:363) heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak besloten om ook de grondentrechter te verlaten. De belangrijkste reden voor deze beslissing ligt voor de hand. Namelijk ter bevordering van de eenheid tussen de hoogste bestuursrechters. Met andere woorden: omdat de andere hoogste bestuursrechters de grondentrechter niet meer gebruiken, gaat de Afdeling Bestuursrechtspraak dat in vervolg ook niet meer doen.
Uitzonderingen: grondentrechter blijft soms nog gelden
Er worden echter wel direct belangrijke uitzonderingen hierop gemaakt. De grondentrechter blijft gelden voor zaken waar de Crisis- en herstelwet op van toepassing is. Deze wet haalt geplande bouwprojecten naar voren, bijvoorbeeld door kortere procedures.
Daarnaast blijft de grondentrechter gelden voor het omgevingsrecht. Dat zijn alle regels op het gebied van ruimtelijke ordening en milieu. Bijvoorbeeld bestemmingsplannen, vergunningen en handhaving. De reden voor deze uitzondering is dat in omgevingsrechterlijke besluiten meestal belangen van derden (anderen) zijn betrokken. Daar komt bij dat dergelijke zaken vaak gaan over kwesties met grote maatschappelijke belangen, zoals woningbouw, energie en infrastructuur. Zaken over besluiten op de navolgende gronden worden door de Afdeling Bestuursrechtspraak aangemerkt als omgevingsrechtelijke zaken:
- Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
- Wet milieubeheer
- Wet ruimtelijke ordening
- Tracéwet
- Wet geluidhinder
- Wet natuurbescherming
- Ontgrondingenwet
- Waterwet
- Wet bodembescherming
- Wet luchtvaart
- Mijnbouwwet
- Kernenergiewet
- Wet inzake de luchtverontreiniging
- Wet bescherming Antarctica, en
- andere wetten en regelingen op het gebied van het milieu en de ruimtelijke ordening.
Andere beperkingen voor nieuwe argumenten
Er gelden wel beperkingen voor het aanvoeren van nieuwe argumenten in hoger beroep. Zo zullen argumenten die eerder al zijn prijsgegeven buiten beschouwing worden gelaten als ze in hoger beroep opnieuw worden aangevoerd. Verder kan op een gegeven instemming met een door de rechtbank gekozen werkwijze in hoger beroep niet worden teruggekomen.
Het verlaten van de grondentrechter betekent niet dat in hoger beroep nu onbeperkt nieuwe gronden naar voren kunnen worden gebracht. Dat dient wel op tijd te gebeuren omdat het anders in strijd kan zijn met de eis van een goede procesorde. Zo zullen nieuwe gronden in hoger beroep niet worden toegelaten als andere partijen te weinig tijd hebben gehad om zich daarover inhoudelijk uit te laten, als in een te laat stadium een geheel nieuw onderwerp aan de orde wordt gesteld of als dit ertoe leidt dat de zaak moet worden uitgesteld met als gevolg een forse vertraging van de procedure.
Advocaat bestuursrecht
Door het verlaten van de grondentrechter kunnen in procedures bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State nu ook nieuwe argumenten voor het eerst in hoger beroep worden aangevoerd. Daar zijn echter wel belangrijke uitzonderingen op, met name in omgevingsrechterlijke zaken. Deskundig advies is daarom een must. De advocaten van Te Biesebeek Advocaten in Zwolle zijn ervaren en kundig op het vlak van bestuursrecht. Neem vrijblijvend contact op met een van onze advocaten via 038-4223020 of mail naar info@tebiesebeek.nl.