De nieuwe Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen moet gebreken in de bouw verminderen.
Per 1 juli 2023 zal de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen (Wkb) waarschijnlijk in werking treden. Het doel van deze wet is het verbeteren van de kwaliteit van bouwwerken. Daarnaast wordt de positie van de opdrachtgever tegenover de aannemer versterkt.
De Wkb zal stapsgewijs in werking treden. In eerste instantie zal de wet alleen gelden voor eenvoudige bouwwerken, zoals eengezinswoningen en kleinere bedrijfspanden. Daarna volgen de andere bouwwerken.
De wet bevat allerlei wijzigingen van de Woningwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Burgerlijk Wetboek. In deze blog zal stilgestaan worden bij een aantal in het oog springende veranderingen.
Kwaliteitsborging
Met de invoering van de Wkb komt er een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen. Dat klinkt ingewikkeld, maar komt erop neer dat er een systeem van toezicht wordt ingevoerd. Een onafhankelijke contoleur gaat in vervolg toezien op de voortgang van de bouw en de bouwplannen. Hij geeft een verklaring af als het bouwwerk voldoet aan alle regels. Hiermee moet het aantal gebreken worden verminderd.
Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen: wijzigingen bouwrecht
Daarnaast wijzigt de Wkb een aantal regels in het Burgerlijk Wetboek over de aanneemovereenkomst. Het gaat dan om een vijftal veranderingen. Die luiden als volgt.
1.) Uitbreiding aansprakelijkheid na oplevering
Allereerst wordt door de Wkb de aansprakelijkheid van de aannemer na de oplevering uitgebreid. In de huidige regeling is de aannemer na de oplevering ontslagen van aansprakelijkheid voor gebreken die de opdrachtgever bij de oplevering redelijkerwijs had moeten ontdekken. Dat hangt af van de deskundigheid van de opdrachtgever bij oplevering en de zichtbaarheid van het gebrek. Het gaat er dus niet om wat de opdrachtgever daadwerkelijk bij de oplevering heeft ontdekt.
Dat verandert met de Wkb. Voor bouwwerken bepaalt de nieuwe regel nu dat de aannemer aansprakelijk is voor gebreken die bij de oplevering van het werk niet zijn ontdekt, tenzij die niet aan hem zijn toe te rekenen. Het is dus niet meer van belang of de opdrachtgever het gebrek redelijkerwijs had moeten ontdekken bij de oplevering, maar of het gebrek bij oplevering daadwerkelijk door hem is ontdekt. Het uitgangspunt is het vestigen van aansprakelijkheid. Het is vervolgens aan de aannemer om te bewijzen dat het gebrek waarvoor hij aansprakelijk is, niet aan hem is toe te rekenen.
2.) Waarschuwingsplicht fouten in opdracht
De tweede wijziging is een aanvulling op de waarschuwingsplicht van de aannemer. In de huidige regeling moet de aannemer bij het aangaan en uitvoeren van de overeenkomst de opdrachtgever waarschuwen voor onjuistheden in de opdracht voor zover hij deze kende of redelijkerwijs behoorde te ontdekken. De Wkb eist van de aannemer dat hij deze waarschuwing dan schriftelijk en ondubbelzinnig aan de opdrachtgever geeft.
3.) Het opleverdossier
De derde verandering is dat bij de oplevering van bouwwerken er door de aannemer een dossier met informatie moet worden verstrekt. Het zogenaamde opleverdossier moet in ieder geval de tekeningen en berekeningen van het bouwwerk en de installaties bevatten en een beschrijving van de gebruikte materialen en installaties. Daarnaast dient het dossier gegevens en stukken te bevatten die nodig zijn voor het gebruik en onderhoud van het bouwwerk. Van deze regel mogen partijen in hun overeenkomst wel afwijken.
4.) Informatie over verzekeringen en zekerheden
De vierde wijziging betreft de invoering van een nieuwe informatieplicht van de aannemer. Die geldt tegenover opdrachtgevers die consument zijn en een nieuwe woning laten bouwen. De aannemer moet informatie geven over welke verzekeringen hij heeft afgesloten tegen aansprakelijkheid voor gebreken en welke financiële zekerheid hij nu biedt.
5.) Aanscherping 5%-regeling
De vijfde wijziging ziet op de zogenaamde 5%-regeling voor consument-opdrachtgevers. Die regeling houdt in zij de laatste 5% van de aanneemsom bij de notaris in depot mogen storten. Binnen drie maanden na de oplevering moet worden aangegeven of er een beroep op opschorting wordt gedaan. Opschorting zal meestal plaatsvinden als de aannemer nalatig is met het herstel van gebreken. De nieuwe wet scherpt deze regel verder aan ter bescherming van de consument-opdrachtgever. Zo moet de aannemer de consument-opdrachtgever schriftelijk in de gelegenheid stellen om aan te geven of hij wil opschorten.
Conclusie Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen
Met de nieuwe Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen (Wkb) verandert er nogal wat voor de bouw. Te Biesebeek Advocaten te Zwolle staat al meer dan 30 jaar ondernemers bij op het gebied van bouwrecht. Bent u aannemer of opdrachtgever en heeft u een vraag over de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen of heeft u behoefte aan advies? Neem dan vrijblijvend contact op met een van onze specialisten via 038-4223020 of stuur een e-mail naar info@tebiesebeek.nl.
Lees ook: