Een handelaar mag niet onrechtmatig tegenover een consument handelen. Als onrechtmatige handeling valt onder andere het verrichten van een oneerlijke handelspraktijk. Maar wat zegt de wet over deze handelingen en wanneer wordt een handelspraktijk als oneerlijk aangemerkt? En wat kan een consument in het geval van een oneerlijke handelspraktijk doen? U leest het in deze blog.
Oneerlijke handelspraktijk volgens de wet
Artikel 6:193b van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat een handelaar onrechtmatig jegens een consument handelt indien hij een handelspraktijk verricht die oneerlijk is.
Het wetboek kwalificeert een handelspraktijk als oneerlijk, indien:
- de handelspraktijk in strijd is met de vereisten van professionele toewijding, en
- het vermogen van de gemiddelde consument om een geïnformeerd besluit te nemen merkbaar is beperkt of kan worden beperkt,
- waardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen.
Misleidende handelspraktijk
Een handelspraktijk kan naast het bovenstaande volgens de wet ook nog bijzonder oneerlijk zijn. Dit is het geval wanneer er sprake is van een misleidende of agressieve handelspraktijk.
Er is sprake van een misleidende handelspraktijk indien de handelaar feitelijk onjuiste informatie verstrekt waardoor er verwarring of misleiding ontstaat bij de consument. Daarnaast is ook het bewust niet verschaffen of dubbelzinnig verschaffen van essentiële informatie over het product misleidend. Ten slotte zijn er handelspraktijken die onder alle omstandigheden misleidend zijn, deze zijn opgesomd in artikel 6:193g van het Burgerlijk Wetboek.
Agressieve handelspraktijk
Een handelspraktijk wordt als agressief gekwalificeerd indien door intimidatie, dwang of ongepaste beïnvloeding, de keuzevrijheid of de vrijheid van handelen van de gemiddelde consument met betrekking tot het product aanzienlijk kan worden beperkt. Hierbij wordt rekening gehouden met:
- het tijdstip, plaats, aard en de vasthoudendheid bij de handelspraktijk
- gebruik van dreigende of grove taal
- het bewust uitbuiten van de omstandigheid door de handelaar
- bezwarende of disproportionele belemmeringen opgelegd door de handelaar
- dreigen met maatregelen door de handelaar
Daarnaast zijn er ook handelspraktijken die onder alle omstandigheden agressief zijn, deze zijn opgesomd in artikel 6:193i van het Burgerlijk Wetboek.
Gevolg oneerlijke handelspraktijk
Uit het bovenstaande blijkt dat oneerlijke handelspraktijken onrechtmatig zijn. Een overeenkomst die als gevolg van een oneerlijke handelspraktijk tot stand is gekomen, is vernietigbaar. Dit vereist een handeling van de consument, de consument dient de overeenkomst te vernietigen. Dit is een verschil met een overeenkomst die nietig is, hiervoor is geen handeling vereist.
Indien een consument een overeenkomst om bovengenoemde redenen heeft vernietigd, is de handelaar -op grond van onrechtmatige daad- aansprakelijk voor de door de consument geleden of nog te lijden schade.
Vallen overdreven reclames onder oneerlijke handelspraktijken?
In reclames wordt regelmatig gebruik gemaakt van overdreven uitspraken. Deze wijze van reclame maken valt niet direct onder het begrip oneerlijke handelspraktijken. De gangbare en rechtmatige reclamepraktijk waarbij enkel overdreven uitspraken worden gedaan of uitspraken die niet letterlijk dienen te worden genomen, maken een reclame op zich niet oneerlijk. Het wordt wel oneerlijk indien deze overdrijvingen te ver gaan.
Advocaat verbintenissenrecht
Heeft u vragen over oneerlijke handelspraktijken of over het vernietigen van een overeenkomst? Neem dan vrijblijvend contact op met onze specialisten op het gebied van verbintenissenrecht. De advocaten van Te Biesebeek Advocaten in Zwolle kunnen u voorzien van een goed advies en u bijstaan in een gerechtelijke procedure.