In artikel 6:43 BW is beschreven aan welke verbintenis een betaling wordt toegerekend indien er meer dan één verbintenis bestaat jegens eenzelfde schuldeiser. Het komt erop neer dat indien u meerdere facturen open hebt staan op één en dezelfde debiteur, het aan de debiteur is om te bepalen op welke factuur een betaling moet worden afgeboekt.
Veelal zal een debiteur bij de betaling het factuurnummer vermelden maar op het moment dat dit niet gebeurt, is in de wet beschreven aan welke factuur de betaling moet worden toegerekend. Van de wettelijke bepaling zoals hierna beschreven kan contractueel worden afgeweken.
In de wet is het volgende bepaald:
- Indien er meerdere facturen openstaan doch slechts één factuur zogezegd opeisbaar is, wordt de betaling toegerekend aan de factuur waarvan de betalingstermijn is verlopen;
- Indien er meerdere facturen opeisbaar zijn moet de betaling toegerekend worden op de meest bezwarende verbintenis. Wat als “meest bezwarend” moet worden aangemerkt, hangt af van de omstandigheden van het geval. Beoordeeld moet worden bij betaling van welke schuld de debiteur het meeste belang heeft. Hierbij speelt vaak de hoogte van rente een beslissende rol;
- Indien de verbintenissen even bezwarend zijn (hetgeen veelal bij facturen het geval is), dient de betaling afgeboekt te worden op de oudste factuur;
- Indien de facturen even oud zijn, dan wordt de betaling naar evenredigheid toegerekend.
Gecombineerde facturen & de regels van toerekening
Het komt (bijvoorbeeld bij pensioenfondsen) voor dat verschillende schuldeisers middels één factuur kosten in rekening brengen. De rechtbank Gelderland bepaalde vrij recent in een (tussen)vonnis dat ook bij gecombineerde facturen de regels van toerekening gelden.
De rechtbank bepaalde dat het een incassogemachtigde niet vrij staat om ontvangen betalingen van een gecombineerde factuur naar rato van de verschillende schuldeisers af te boeken. Het standpunt dat het incassobureau dagelijks een zeer aanzienlijk betalingsverkeer kent, de betalingen grotendeels automatisch worden verwerkt en het ondoenlijk is om rekening te houden met bij de betalingen vermelde toelichtingen en/of verwijzingen naar correspondentie, werd door de rechtbank niet gevolgd. Hiermee werd de hoofdregel -dat het aan de schuldenaar is om bij een betaling desgewenst aan te geven ten behoeve van welke wederpartij hij betaling verricht- bevestigd. Op het moment dat een schuldenaar dit expliciet vermeldt kunnen de in de gecombineerde factuur opgenomen schuldeisers niet naar eigen inzicht de betaling deels toerekenen aan een schuldeiser welke niet door de schuldenaar vermeld wordt.
De rechtbank oordeelde dat het voor risico komt van de partijen welke gebruik maken van de gecombineerde factuur dat hun incassogemachtigde kennelijk niet in staat is de betalingen correct af te boeken met inachtneming van de aanwijzingen van de schuldenaar.
Naast de wijze van toerekening is in de wet bepaald dat betaling van een geldsom achtereenvolgens in mindering strekt op (1) de buitengerechtelijke incassokosten, (2) de opeisbare rente, (3) de hoofdsom en (4) de lopende (nog niet opeisbare) rente.
Lees ook: Op welke post boek je een deelbetaling van een debiteur?
Indien u twijfelt over het antwoord op de vraag op welke wijze u een ontvangen betaling moet afboeken dan wel indien u vragen hebt over de manier waarop u delen van een (gecombineerde) factuur dient te betalen, neemt u dan contact op met Te Biesebeek Advocaten in Zwolle.