Een kort geding is een kortere en sneller gevoerde civielrechtelijke procedure, waarin door de rechter een voorlopig oordeel wordt gegeven in een spoedeisende kwestie.
Kortere en snellere procedure
Een kort geding kan worden aangespannen als een partij op grond van een spoedeisend belang niet kan wachten op een uitspraak in een bodemprocedure (normale procedure), welke procedure soms meerdere jaren kan duren.
Bij een kort geding vindt meestal binnen zes weken na dagvaarding een zitting plaats, waar partijen op basis van schriftelijke stukken hun stellingen kunnen bepleiten en toelichten, waarna de rechter – in kort geding ‘voorzieningenrechter’ genoemd – over het algemeen binnen twee weken uitspraak doet. Kortere termijnen zijn mogelijk als dat nodig is vanwege grotere spoedeisendheid. Zo kan de voorzieningenrechter ook direct (mondeling) uitspraak doen.
Doordat het een kortere en snellere procedure is, bestaat er – in tegenstelling tot in een bodemprocedure – geen ruimte voor een uitgebreide behandeling, uitvoerige deskundige-onderzoeken of getuigenverhoren.
Indien het kort geding niet door de kantonrechter behandeld wordt, is de eisende partij verplicht zich bij te laten staan door een advocaat. Dit geldt niet voor de gedaagde partij, die in persoon kan verschijnen en het woord mag voeren.
Voorlopige voorziening
In een kort geding wordt nooit een definitief oordeel gegeven. Er kan slechts een voorlopige voorziening – oftewel een voorlopige maatregel – worden gevorderd, welke vooruitloopt op het oordeel in een volledige / bodem procedure. Dit komt direct voort uit de omstandigheid dat er geen uitvoerige, maar slechts een verkorte eenvoudige behandeling plaats vindt. Het komt echter zeer vaak voor dat partijen geen bodemprocedure starten en partijen genoegen nemen met het oordeel van de rechter in kort geding.
Doordat er geen sprake kan zijn van een definitief vonnis, betreft het kort geding slechts een tijdelijke oplossing. De rechter kan in kort geding niet een overeenkomst ontbinden of vernietigen. Wel kan een verbod of gebod op straffe van een dwangsom uitgesproken worden. Te denken valt aan staken van een inbreuk op iemands rechten of het meewerken aan het leveren van een goed of opheffing van een gelegd beslag. Zelfs kan – hoewel de voorzieningenrechter hierbij terughoudend dient te zijn – betaling van een (voldoende aannemelijke) schuld / geldsom worden gevorderd als er hierbij sprake is van een spoedeisend belang.
In een eventuele latere bodemprocedure over hetzelfde geschil kan ook een geheel ander oordeel door de rechtbank geveld worden. Dit brengt uiteraard risico’s en aansprakelijkheden voor schade met zich mee.
De voorzieningenrechter kan een behandeling in kort geding weigeren omdat het geschil te complex is voor een behandeling in kort geding.
Spoedeisend belang
Een vereiste voor behandeling van een kwestie in kort geding, is het hebben van spoedeisend belang. Zonder spoedeisend belang dienen de vorderingen in kort geding afgewezen te worden.
Advocaat kort geding
Heeft u vragen over het voeren van een kort geding of overige procedure of bent u gedagvaard in kort geding, neemt u dan vrijblijvend contact op met de specialisten van Te Biesebeek Advocaten in Zwolle. Onze advocaten kunnen u voorzien van een advies of u bijstaan in een gerechtelijke procedure.
Lees ook: