Op 1 november 2015 is de Uitvoeringswet richtlijn jaarrekening in werking getreden. Met deze wetgeving wordt Europese regelgeving (Richtlijn 2013/34/EU) in Nederland doorgevoerd. Het doel van de uitvoeringswet is helder: een moderner en eenvoudiger jaarrekeningenrecht.
Wijzigingen jaarrekeningenrecht
De Uitvoeringswet richtlijn jaarrekening brengt wijzigingen aan op het gebied van het jaarrekeningenrecht voor boekjaren die op of na 1 januari 2016 zijn begonnen. Wij zetten enkele wijzigingen voor u op een rij:
- Verkorting opmaaktermijn. De wet brengt de opmaaktermijn voor jaarrekeningen terug van 11 naar 10 maanden.
- Verkorting publicatietermijn. De termijn voor het publiceren van jaarrekeningen wordt teruggebracht van 13 naar 12 maanden.
- Micro-ondernemingen. De wet voert een nieuwe categorie rechtspersonen toe: de micro-ondernemingen. Deze ondernemingen hoeven slechts een beperkte jaarrekening op te maken. In Nederland zullen ongeveer 650.000 bedrijven onder de categorie micro-ondernemingen vallen.
- De term ‘jaarverslag’ verandert in ‘bestuursverslag’.
Bestuurders & publicatietermijn
Als bestuurder dient u de jaarrekening tijdig te publiceren op grond van artikel 2:394 BW. Zorgt u niet voor tijdige publicatie, dan kan dit op grond van artikel 2:248 lid 2 BW gezien worden als onbehoorlijke taakvervulling. In dit geval van een faillissement wordt vaak vermoed dat de onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke rol heeft gespeeld in het ontstaan van de faillissementssituatie.
Concluderend kan worden gesteld dat de bestuurder van een onderneming er voor dient te waken dat de jaarrekening tijdig wordt gepubliceerd. U loopt immers het risico hoofdelijk aansprakelijk te worden gehouden voor het tekort van de faillissementsboedel (de “restschuld” van het faillissement). Voorkomen is in dit geval beter dan genezen.
Heeft u vragen over de Uitvoeringswet richtlijn jaarrekening? Neem dan contact op met Te Biesebeek Advocaten in Zwolle.