Op onze blog komt bestuurdersaansprakelijkheid regelmatig voorbij. Steeds weer doet een andere situatie zich voor waarin de vraag voor ligt of een bestuurder van een vennootschap aansprakelijk kan worden gehouden voor schulden van de vennootschap. Zo was in een recente zaak bij het gerechtshof ’s-Hertogenbosch een bestuurder van een vennootschap aansprakelijk gesteld, omdat hij de aan hem geleende gelden niet aan de vennootschap heeft terugbetaald. In deze blog zal het arrest van het gerechtshof worden besproken.
Hoofdregel: persoonlijk ernstig verwijt
Het leerstuk van bestuurdersaansprakelijkheid is niet zwart-wit. Als hoofdregel voor bestuurdersaansprakelijkheid geldt dat de bestuurder zodanig onzorgvuldig heeft gehandeld dat hem daarvan een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt. Om te kunnen beoordelen of er sprake is van een voldoende ernstig verwijt, dienen alle omstandigheden van het geval te worden meegewogen. Enkel een faillissement van de vennootschap of het onbetaald laten van een schuld is onvoldoende om bestuurdersaansprakelijkheid aan te nemen.
Vennootschap laat vordering onbetaald
In de zaak bij het gerechtshof had de eisende partij een huurovereenkomst ter zake een bedrijfspand gesloten met een vennootschap, zijnde een holding. Op enig moment failleerde de werkmaatschappij, waardoor er geen gelden meer door de holding werden ontvangen. De holding kon de verschuldigde huurpenningen niet meer voldoen. Hierop volgde een ontruiming van het bedrijfspand en –vanwege het uitblijven van betaling- uiteindelijk ook het faillissement van de holding.
Na enige tijd is het faillissement van de holding opgeheven wegens gebrek aan baten. Er zijn geen uitkeringen aan de schuldeisers gedaan. De voormalig verhuurder heeft het hier niet bij laten zitten en heeft de bestuurder van de holding aansprakelijk gesteld op grond van bestuurdersaansprakelijkheid. De verhuurder heeft bij de kantonrechter betaling van 19.322,48 euro gevorderd, maar de kantonrechter heeft de vorderingen van de verhuurder afgewezen. Tegen dit vonnis heeft de verhuurder hoger beroep ingesteld.
Standpunt verhuurder
De verhuurder heeft in hoger beroep gesteld dat de bestuurder van de holding een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt, omdat de bestuurder zijn persoonlijke belangen heeft behartigd, terwijl de bestuurder de belangen van de vennootschap diende te behartigen. De bestuurder had namelijk een overeenkomst van geldlening met de holding gesloten, op basis waarvan hij ruim vijfhonderdduizend euro aan de holding verschuldigd was. Naar de mening van de verhuurder blijkt echter uit niets dat de bestuurder pogingen zou hebben ondernomen om de vordering te incasseren, zodat met de opbrengst crediteuren van de vennootschap zouden kunnen worden betaald.
Het oordeel van het hof: persoonlijk ernstig verwijt
Het gerechtshof geeft in deze kwestie aan dat op het moment dat de holding niet meer aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen, het op de weg van de bestuurder is gelegen om de bestuurder in privé aan te spreken op terugbetaling van de geldlening. De bestuurder heeft dit in deze zaak niet gedaan. Ook heeft de bestuurder niet toegelicht waarom de bestuurder dit heeft nagelaten, bijvoorbeeld door middel van inzage in zijn persoonlijke financiële situatie.
Doordat de bestuurder geen inspanningen heeft verricht om de vordering te incasseren (dan wel om duidelijkheid te verschaffen waarom de bestuurder zulks niet heeft gedaan), oordeelt het hof dat de bestuurder zodanig onzorgvuldig heeft gehandeld dat hem een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt. Het hof geeft hierbij aan dat het ernstige verwijt voortvloeit uit het feit dat van de bestuurder mag worden verwacht dat indien de vennootschap financieel in zwaar weer verkeert, hij maatregelen zal treffen om de positie van de vennootschap te verbeteren. Zo dient de bestuurder schuldeisers aan te spreken op betaling van vorderingen, ook de bestuurder in privé.
Om reden dat de bestuurder niet heeft toegelicht waarom hij zichzelf in privé niet op terugbetaling van de geldlening heeft aangesproken, gaat het hof ervan uit dat indien de bestuurder deze weg wel zou hebben gevolgd, er opbrengsten zouden zijn geweest waarmee de vordering van de verhuurder zou zijn voldaan. Alles meegewogen, wijst het hof de vordering van de verhuurder op grond van bestuurdersaansprakelijkheid toe.
Advocaat bestuurdersaansprakelijkheid
Uit het arrest van het gerechtshof blijkt dat de bestuurder van een vennootschap de belangen van de vennootschap dient te behartigen. Op het moment dat de vennootschap in zwaar weer verkeert, dient de bestuurder maatregelen te treffen om het tij te keren. Een bestuurder mag hierbij niet een persoonlijk belang laten prevaleren, bijvoorbeeld een privé geldleningsovereenkomst. Doet de bestuurder dit wel en kan hij geen reden geven waarom hij niet heeft getracht de vordering te incasseren, dan is de kans aanwezig dat hij als bestuurder aansprakelijk is voor de schulden van de vennootschap.
Heeft u een vraag op het gebied van bestuurdersaansprakelijkheid, wordt u als bestuurder van een vennootschap aansprakelijk gesteld of wilt u de mogelijkheden onderzoeken om de bestuurders van een vennootschap aansprakelijk te stellen? Neem dan vrijblijvend contact op met de specialisten op het gebied van bestuurdersaansprakelijkheid van Te Biesebeek Advocaten in Zwolle. Niet alleen kunnen onze advocaten u voorzien van een helder advies, ook kunnen zij u bijstaan in een gerechtelijke procedure.
Wilt u meer weten over bestuurdersaansprakelijkheid? Bezoek dan de volgende pagina’s: