Beperkte gemeenschap van goederen: grote wijzigingen in het huwelijksvermogensrecht
Het huwelijksvermogensrecht verandert ingrijpend. Alleen hetgeen de echtgenoten gedurende het huwelijk opbouwen, valt in de gemeenschap van goederen.
Op 14 juli 2014 is door D66, VVD en PvdA het wetsvoorstel Beperking gemeenschap van goederen (33 987) ingediend. Op 19 april 2016 heeft de Tweede Kamer met een grote meerderheid dit wetsvoorstel aangenomen. De beoogde inwerkingtreding van deze nieuwe regelgeving is 1 januari 2017.
Op dit moment trouwt iedereen zonder huwelijkse voorwaarden in algehele gemeenschap van goederen. Vanaf 1 januari 2017 trouwt een ieder zonder huwelijkse voorwaarden in een beperkte gemeenschap van goederen. De gevolgen van deze nieuwe wet zijn groot.
Vanwege het huidige basisstelsel van de algehele gemeenschap van goederen wordt datgene wat men van nature privé vindt, ook gemeenschappelijk, zoals:
Het voorhuwelijks vermogen
De voorhuwelijkse privéschulden
De erfrechtelijke verkrijgingen en giften
De rechtsopvattingen hierover zijn veranderd. De initiatiefnemers van het wetsvoorstel menen dat het wetsvoorstel beter aansluit bij de hedendaagse rechtsopvattingen en de gangbare rechtspraktijk. In de praktijk wordt steeds vaker van de gemeenschap van goederen afgeweken. Jaarlijks worden steeds meer huwelijkse voorwaarden gemaakt en worden uitsluitingsclausules vrijwel standaard in testamenten en schenkingsakten opgenomen. Het meest wenselijke regime dient echter in de wet te staan.
Huidige basisstelsel: algehele gemeenschap van goederen
De meerderheid van de mensen trouwt met elkaar zonder het opmaken van huwelijkse voorwaarden. Het gevolg hiervan is dat er op dit moment door het huwelijk een algehele gemeenschap van goederen ontstaat.
De gemeenschap omvat alle goederen die partijen bij het aangaan van het huwelijk hadden alsmede de goederen die na het aangaan van het huwelijk worden verkregen. Enkel de goederen waarvan bij testament of gift is bepaald dat deze niet in de gemeenschap van goederen vallen, de pensioenrechten waarop de Wet Verevening Pensioenrechten bij scheiding van toepassing is en aan één van de echtgenoten verknochte goederen of schulden vallen buiten de huidige gemeenschap van goederen.
Indien u dus voor het huwelijk een onderneming had, valt de onderneming bij het aangaan van het huwelijk in de algehele gemeenschap van goederen en dient de waarde van de (aandelen van de) onderneming vervolgens bij echtscheiding te worden verdeeld.
Wetsvoorstel: beperkte gemeenschap van goederen
De beperkte gemeenschap van goederen wordt de nieuwe standaard van het huwelijksvermogensrecht. Bij het aangaan van het huwelijk valt alleen hetgeen de echtgenoten gedurende het huwelijk opbouwen, in de gemeenschap van goederen.
Al hetgeen de echtgenoten voor het aangaan van het huwelijk hadden, alsmede erfrechtelijke verkrijgingen en giften, vallen buiten de gemeenschap van goederen. Alleen datgene dat door de inspanning van beide echtgenoten tijdens het huwelijk verworven wordt, is dus gemeenschappelijk. Bij echtscheiding wordt enkel datgene verdeeld wat de echtgenoten tijdens het huwelijk gezamenlijk hebben verdiend. Ieder van de echtgenoten behoudt bij echtscheiding hetgeen hij/zij voor het huwelijk al had.
In het wetsvoorstel is ook vermeld dat slechts de schulden die tijdens het bestaan van de gemeenschap van goederen zijn ontstaan, in de gemeenschap vallen (met twee kleine uitzonderingen hierop). Indien één van de echtgenoten voor het huwelijk reeds een schuld had, valt deze schuld dus niet in de gemeenschap van goederen.
Laat vermogen en schulden bij huwelijk vastleggen
In het wetsvoorstel is vermeld dat als er tussen echtgenoten een verschil bestaat aan wie van hen beiden een goed toebehoort en geen van beiden zijn/haar recht op dit goed kan bewijzen, het goed dan als gemeenschapsgoed wordt aangemerkt.
Als een echtgenoot niet kan bewijzen dat een goed tot zijn/haar vermogen behoort omdat hij/zij dit vermogen bijvoorbeeld al voor het huwelijk had, valt het vermogen in de gemeenschap van goederen. Het vermogen dient dan tussen de echtgenoten verdeeld te worden. Of als een echtgenoot niet kan bewijzen dat een schuld een privé schuld van de ander is omdat die ander deze schuld bijvoorbeeld al voor het huwelijk had, valt de schuld in de gemeenschap van goederen. Voor de schuld zijn dan in beginsel beide echtgenoten draagplichtig.
Uitdrukkelijke regeling over ondernemingsvermogen
Verder is in het wetsvoorstel een uitdrukkelijke regeling opgenomen over het ondernemingsvermogen. Indien u al bij het aangaan van het huwelijk een onderneming had, dan valt die onderneming niet in de gemeenschap van goederen.
Vergoedingen ten bedrage van de winsten en verliezen van de onderneming komen echter ten bate of ten laste van de gemeenschap van goederen, voor zover deze in het maatschappelijk verkeer als redelijk worden beschouwd.
Dit geldt voor de eenmanszaak, de B.V. en voor andere rechtspersonen. Het gaat dan om de winsten en verliezen van de onderneming ten tijde van het huwelijk. De tijdens het huwelijk gerealiseerde winst die (deels) niet is uitgekeerd, behoort in beginsel tot de gemeenschap van goederen en dient bij echtscheiding verdeeld te worden.
Hetzelfde geldt voor de verliezen van de onderneming. Welke winsten en verliezen van de onderneming in de gemeenschap van goederen vallen, hangt af van het criterium “voor zover deze in het maatschappelijk verkeer als redelijk worden beschouwd”.
Overgangsrecht
Vanwege de rechtszekerheid is in het wetsvoorstel opgenomen dat op een gemeenschap van goederen, ontstaan voor het tijdstip van inwerkingtreding van de wet, het oude huwelijksvermogensrecht van toepassing blijft. Indien u dus voor de inwerkingtreding van de wet reeds gehuwd bent in gemeenschap van goederen, verandert er voor u niets. Het voorhuwelijkse vermogen is al in de gemeenschap van goederen gevallen en dat blijft zo.
Door één van de echtgenoten verkregen erfenissen die in de gemeenschap van goederen zijn gevallen, blijven ook in de gemeenschap van goederen. Voorhuwelijkse schulden zijn al in de gemeenschap van goederen gevallen en dat blijft ook zo. De draagplicht tussen echtgenoten met betrekking tot die schulden blijft gelijk. De wet zal enkel gelden voor diegenen die na de inwerkingtreding van de wet met elkaar huwen.
Conclusie
De beperkte gemeenschap van goederen wordt het nieuwe basisstelsel van het huwelijksvermogensrecht. Alleen hetgeen de echtgenoten gedurende het huwelijk hebben opgebouwd, zal in de gemeenschap van goederen vallen. Het voorhuwelijks vermogen, giften en erfenissen blijven privévermogen. Voorhuwelijkse schulden blijven privéschulden.
Het is verstandig om bij het aangaan van het huwelijk goed te omschrijven wie welk vermogen en welke schulden heeft en vervolgens een goede administratie bij te houden.
Indien bij een echtscheiding niet kan worden aangetoond dat een vermogensbestanddeel tot privévermogen behoort of een schuld een privéschuld van de ander is, dan wordt het vermogensbestanddeel als gemeenschappelijk vermogen en de schuld als gemeenschapsschuld aangemerkt en in de verdeling tussen de echtgenoten betrokken.
Advocaat Zwolle
Heeft u vragen over de beperkte gemeenschap van goederen of bent u op zoek naar advies op het gebied van het huwelijksvermogensrecht? Neem dan vrijblijvend contact op met Te Biesebeek Advocaten te Zwolle.