Verenigingsrecht
Het verenigingsrecht heeft betrekking op verenigingen. Een vereniging is een samenwerkingsverband van leden. De samenwerking kan intensief zijn of weinig voorstellen. De vereniging is een organisatie met een bepaald doel.
Belangrijkste kenmerken van een vereniging zijn:
- Het hebben van een ledenbestand: een vereniging moet uit meerdere leden bestaan, anders kan niet worden gesproken van een samenwerkingsverband;
- Het zijn van een organisatie voor een bepaald doel. Het doel van de vereniging kan vrij vaag zijn;
- Het deelnemen aan het rechtsverkeer;
- Geen winstverdeling onder leden.
Informele vereniging
De vereniging kan worden opgericht bij een notariële akte. Dat hoeft evenwel niet. Een vereniging zonder notariële oprichtingsakte wordt gezien als een informele vereniging.
Doordat bij een informele vereniging geen oprichtingshandeling is vereist, zijn de bestuurders of de vertegenwoordigers van deze vereniging mede aansprakelijk voor schulden van een dergelijke vereniging. Daarnaast kan een informele vereniging geen registergoederen verkrijgen en kan zij geen erfgenaam zijn.
Formele vereniging
De meeste aan het rechtsverkeer deelnemende verenigingen worden opgericht bij notariële akte. Dit zijn de formele verenigingen of de verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid.
De notariële akte bevat de statuten van de vereniging. De statuten dienen onder meer in te houden: naam en doel van de vereniging, de verplichtingen die de leden hebben, regels omtrent de organisatie van de vereniging en de bestemming van het batig saldo in geval ontbinding. De vereniging dient te worden ingeschreven in het handelsregister. Zolang deze inschrijving niet heeft plaats gevonden is een bestuurder naast de vereniging aansprakelijk voor schulden.
Lidmaatschapsverhouding
Het lidmaatschap van een vereniging is persoonlijk en niet overdraagbaar. De rechten en verplichtingen van leden volgen uit de statuten of uit de krachtens statuten vastgestelde reglementen. Verplichtingen dienen direct dan wel indirect uit de statuten te volgen.
Het lidmaatschap eindigt door:
- De dood van het lid, tenzij statuten overgang krachtens erfrecht toestaat;
- Opzegging door het lid;
- Opzegging door de vereniging;
- Ontzetting door de vereniging.
Tenzij in statuten anders bepaald is, kan het lidmaatschap volgens het verenigingsrecht alleen worden opgezegd tegen het einde van het boekjaar. Indien er door de vereniging een besluit is genomen waardoor de rechten van een lid worden aangetast of waardoor zijn verplichtingen worden verzwaard, kan het lidmaatschap met onmiddellijke ingang worden opgezegd.
Leden hebben de vrijheid om uit te treden: om het lidmaatschap op te zeggen. Hieraan mogen bij een gewone vereniging geen andere voorwaarden worden verbonden dan dat het lidmaatschap wordt opgezegd tegen einde boekjaar (of tegen in statuten genoemd tijdstip) met inachtneming van een opzegtermijn van vier weken.
Organen van een vereniging
De belangrijkste organen van een vereniging zijn de algemene vergadering en het bestuur. Via de algemene vergadering kunnen leden middels hun stembevoegdheid invloed uitoefenen op het beleid van de vereniging. In beginsel hebben alle leden toegang tot de algemene vergadering. Bij grote verenigingen komt het vaak voor dat in de statuten is bepaald dat de algemene vergaderingen zal bestaan uit afgevaardigden die door en uit de leden zijn gekozen.
Aan de algemene vergadering komen in een vereniging alle bevoegdheden toe, tenzij in de wet of in de statuten anders is bepaald. De algemene vergadering benoemd ook het bestuur. Het bestuur is doorgaans belast met het financiële beheer, met de organisatie, met het uitvoeren van besluiten en met de zorg voor het goed functioneren van de vereniging.
Bestuurdersaansprakelijkheid
Bestuurders dragen een grote mate van verantwoordelijkheid. Bij informele verenigingen is het bestuur naaste de vereniging hoofdelijk aansprakelijk voor schulden van de vereniging.
Maar ook bij een formele vereniging kan een bestuurder aansprakelijk zijn. Dit kan zich voordoen indien de bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt betreffende het ontstaan van schade bij een derde. Of in het geval de bestuurder onverantwoorde financiële risico’s namens de vereniging aangaat, zoals het aangaan van verplichtingen waarvan hij weet of kan weten dat deze door de vereniging niet kunnen worden nagekomen. Aansprakelijkheid van de bestuurder kan ook aan de orde zijn indien de bestuurder er welbewust voor zorgdraagt dat de vereniging de verplichtingen jegens leden of derden niet nakomt of niet meer kan nakomen.
Onderscheid verenigingen
In het verenigingsrecht kunnen verenigingen worden onderscheiden in:
- Gewone verenigingen: zoals sportverenigingen, belangenorganisaties, vakbonden e.d.;
- Coöperatie;
- Onderlinge waarborgmaatschappij.
Coöperatie / Onderlinge waarborgmaatschappij
Een coöperatie is een bij notariële akte opgerichte vereniging, dus een formele vereniging met volledige rechtsbevoegdheid.
Een coöperatie onderscheidt zich van een gewone vereniging doordat zij:
- zich ten doel stelt om in bepaalde stoffelijke behoeften van haar leden te voorzien;
- middels een bedrijf die zij ten behoeve van haar leden uitoefent.
Een coöperatie wordt vaak opgericht met als doelstelling om middels krachtenbundeling de producten van de leden gezamenlijk tot meerwaarde te brengen, onder meer te bereiken door schaalvergroting, door kostenbesparingen etc. Het wettelijke begrip ‘stoffelijke behoeften’ dient ruim opgevat te worden en daaronder vallen alle behoeften in economische zin. Coöperaties zijn in de praktijk gericht op economisch verkeer met hun leden.
Een onderlinge waarborgmaatschappij is eveneens een bij notariële akte opgerichte vereniging. Zij stelt zich ten doel om met haar leden verzekeringsovereenkomsten te sluiten, in het verzekeringsbedrijf welke zij voor of ten behoeve van haar leden uitoefent.
De statutaire naam van de coöperatie moet volgens het verenigingsrecht het woord ‘coöperatief’ bevatten, die van een onderlinge waarborgmaatschappij het woord ‘onderling’ of ‘wederkerig’.
Bij ontbinding (al dan niet als gevolg van faillissement) van een coöperatie of een onderlinge waarborgmaatschappij zijn leden voor een eventueel tekort aansprakelijk. De statuten kunnen de verplichting van (oud)leden om in een tekort bij te dragen uitsluiten of tot een maximum beperken. De naam dient aan het slot de letters: U.A., B.A of W.A. te dragen, hetgeen staat voor: uitsluiting van aansprakelijkheid, beperkte aansprakelijkheid of wettelijke aansprakelijkheid.
Anders dan bij een gewone vereniging, kan een coöperatie voorwaarden verbinden aan de opzegging van het lidmaatschap door een lid. Deze ledenbinding heeft tot doel om de continuïteit van de door de coöperatie uitgeoefende onderneming te borgen. Deze voorwaarden zijn wel aan beperkingen gebonden:
- Voorwaarden moeten in statuten opgenomen zijn, althans de voorwaarden moeten uit de statuten kenbaar en bepaalbaar zijn;
- De voorwaarden mogen de vrijheid om uit te treden niet op een ongeoorloofde wijze inperken: de vrijheid om het lidmaatschap te beëindigen moet behouden blijven;
- De voorwaarden moeten in overeenstemming zijn met doel en strekking van de coöperatie.
Indien de voorwaarden niet aan deze voorschriften voldoen, dan zijn zij niet rechtsgeldig en niet bindend. Zij dienen dan voor niet geschreven te worden gehouden.
Heeft u vragen over het oprichten van een vereniging, opzeggingsperikelen, ontzetting uit het lidmaatschap, aansprakelijkheid, besluitvormingsproces, uittreedvoorwaarden of een andere vraag op het gebied van het verenigingsrecht? Neem vrijblijvend contact op met een van de advocaten van Te Biesebeek Advocaten. Wij staan u graag te woord.